Patriotten en de Franse tijd

Adriaan Eijck en Jacob Hendrik van Hengst

In 1780, nadat de 4e Engelse Oorlog door de Republiek was verloren, kwamen grote groepen burgers in opstand tegen het bewind van stadhouder Willem V. Vooral in Utrecht waren deze "Patriotten" actief. Ze zetten de vroedschap af en benoemden een nieuw stadsbestuur.

Twee patriotten in Maartensdijk

Adriaan Eijck (1725-1802), eigenaar van het Maartensdijkse landgoed Eyckenstein, werd in 1786 burgemeester van Utrecht. Hij was ook voorzitter van de democratische "burgerraad". Hij was een fervente Patriot. Adriaan kwam uit een aanzienlijk Utrechts geslacht. Toen hij 27 jaar oud was, zat hij al in de vroedschap van de stad Utrecht en in 1776 werd hij ontvanger van de belastingen van het gewest Utrecht.

Een tweede Patriot uit Maartensdijk was Jacob Hendrik van Hengst (1742-1817). Na zijn rechtenstudie en enkele functies werd hij in 1774 benoemd als lid van het provinciaal Hof van Utrecht. Op 27 jarige leeftijd nam hij zitting in het bestuur van de stad. Hij woonde op de hofstede Persijn, aan de Achterwetering in Maartensdijk.

Patriotten gevlucht

In 1787 kwam de koning van Pruisen stadhouder Willem V helpen in de strijd tegen de Patriotten. Hij trok met 26000 soldaten naar de republiek en de Patriotten sloegen op de vlucht. Adriaan Eijck vluchtte samen met zijn zoon Maurits eerst naar Amsterdam en later, via Brussel naar Noord Frankrijk. Daar hield hij contact met andere invloedrijke patriotten in afwachting van de hulp van de Fransen. Ook Jacob van Hengst vluchtte en ging met zijn gezin naar Bremen. Hij kwam al snel weer terug vanwege de gezondheidstoestand van zijn vrouw. Zij overleed in 1788 in Maartensdijk.

Franse tijd

Na de Franse revolutie trokken de Franse troepen naar het noorden, om ook hier hun idealen van "Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap" te brengen. In hun kielzog kwamen ook de Patriotten terug naar de Nederlanden. Zij kregen weer bestuursmacht en riepen de Bataafse republiek uit. Al gauw werd Adriaan Eyck weer Burgemeester van Utrecht. Hij behoorde tot de gematigden in de politiek en was geliefd bij de burgerij. In 1797 trad hij terug vanwege zijn hoge leeftijd. Ook van Hengst kreeg weer hoge functies. Toen hij, in 1811, door Keizer Napoleon benoemd werd tot lid van de generale staf, weigerde hij de functie. Hij trok zich op 70-jarige leeftijd terug op Persijn.