Bijles voor de natie

Geschiedenis en literatuur van de Nederlanden zijn ingedampt tot een soort smeltjus, een glanzend vak product dat naar believen over de aardappels en gehaktballen van het entertainment kan worden uitgegoten, maar dat geen enkele voedingswaarde bezit. […] Of het de moord op Theo Van Gogh in november had voorkomen, zullen we nooit weten, maar meer Nederlandse literatuur, meer geschiedenis op school en op tv, wie zal het niet onderschrijven? En een literaire canon is een bruikbaar instrument in een tijd waarin hoge en lage cultuur schijnbaar moeiteloos in elkaar overlopen, literatuur meer dan ooit ook handelswaar is geworden, het aanbod eindeloos stijgt en steeds beter beschikbaar wordt. Al die tijdsverschijnselen maken de behoefte aan hiërarchie in de omvangrijke verzameling kennis groot. Misschien is het een goed idee die luie pubervarkentjes van havo en vwo met hun Gameboys als vanouds vast te klinken aan Vijftig Boeken en De Graven van Holland. Maar de vraag blijft of die herziene hiërarchie nuttig kan zijn voor het oplossen van een maatschappelijk identiteitsprobleem, en of de oplossingen die grasduinend in de geschiedenis omhoog worden gehaald ook de beste zijn. Hadden Karel ende Elegast Mohammed B. kunnen weerhouden van zijn daad?

...

De herintroductie van het eigen verleden en het met canons aanbrengen van hiërarchieën kunnen drie dingen betekenen. Als een canon de grootheden uit het verleden aan de vergetelheid ontrukt en de discussie over wat wel en nietwaardevol is stimuleert: zoveel te beter. Als het goedwillende docenten een hart onder de riem kan steken in de strijd tegen kaalslag, oppervlakkigheid, lauwheid en nihilisme, dan verdient dat alle steun. Maar pas als het debat over de inhoud van nieuwe canons de geletterde elite zo ver krijgt dat zij stopt met cultuurpessimistisch gemekker, met gebedel om een gesponsorde aalmoes uit Den Haag en met lijdzaam toekijken hoe politici de geschiedenis naar eigen goeddunken gebruiken pas als zij een eigen discussie begint over welke culturele waarden wel en niet belangrijk zijn, dan wordt er misschien wel echt iets groots verricht. Dan is de Nederlandse cultuurgeschiedenis geen praktisch middel voor maatschappelijke en politieke doeleinden. Dan draait het om, zoals het hoort. Dan worden de politieke doelen een afgeleide van de culturele waarden.

Groene Amsterdammer