De grote stadsuitleg

Tijd van regenten en vorsten

De macht en ruimte van de stad Groningen breidt zich uit

Rond 1600 groeit de Stad uit haar jas. Vandaar dat de vroede vaderen opdracht geven een groot plan van uitleg te ontwerpen. De oppervlakte van Groningen moet bijna verdubbelen, vooral aan de noord- en oostzijde van de Stad. In 1615 wordt groen licht gegeven. In aansluiting op de Ebbinge-, Boteringe- en Kijk in 't Jatstraat komt een ruim stadsdeel met rechtlijnig stratenpatroon, inclusief een Ossenmarkt met imponerende bebouwing. Een nieuw verdedigingsstelsel met zeventien dwingers, zeven poorten en vijf waterpoorten omsluit de vesting Groningen. Achteraf bezien is de uitbreiding financieel en ruimtelijk te ambitieus geweest, want het duurt tot in de 19e eeuw eer de ruimte volledig is bebouwd. Voor rechtspraak, wetgeving en bestuur vormen de vier burgemeesters en de twaalf raadsleden het belangrijkste orgaan. In belangrijke zaken staat een adviescollege (de gezworen meente) hen bij. Samen vormen zij het stadspatriciaat, een vrij gesloten groep, maar lang niet zo gesloten als de Ommelander jonkerstand. Burgemeesters en raad beheren en beheersen niet alleen de Stad, maar ook de stadsjurisdicties Gorecht en Oldambt, het generaliteitsland Westerwolde (vanaf 1619) en de uitgestrekte veengebieden in het oosten.

Afbeelding: Kaart van de stadsuitleg, gravure Nicolaes van Geelkercken, 1616 (Collectie RHC Groninger Archieven 1536-3754)