Bundel Staphorst van Koos Geerds

“Een taal zonder grootspraak en barstensvol geheimenissen”

Tijd van televisie en computers

In juni 2010 verscheen de vierde druk van de bundel Staphorst van de dichter Koos Geerds (1948), die van 1954 tot 1965 woonde in Rouveen. In de jaren sinds de eerste druk in 1998 had hij nog eens vijftien nieuwe gedichten geschreven over Staphorst. Ook daarmee werd "het Staphorster leven van alledag" verbeeld. Het werd, aldus de flaptekst, "beheerst werd door nuchterheidszin en traditie, godsdienstig besef en oerinstict." "De hele wereld van het gemengde boerenbedrijf met zijn eigen gewoonten en rituelen, een wereld die niet meer bestaat, doet Geerds herleven, en nog eens herleven." De massale positieve reacties van de Staphorsters op de bundel hadden hem, verklaarde Geerds in 1998, het gevoel gegeven dat hij "één van hen" was en hun ziel had geraakt. Hij zei toen ook "een zekere identificatie, artistieke verbondenheid" te voelen met de schilderes Stien Eelsingh; net als hij een "vrumde". Geerds' dichterschap kreeg in 2009 nog eens extra erkenning met zijn benoeming als provinciale dichter voor Overijssel.

Uit het leven

De eerste dichter die, voor zover bekend, een direct band had met het gebied van de latere ge-meente Staphorst, was de toentertijd populaire Achterhoeker Willem Sluiter (1627-1673). Aan het eind van zijn leven nam hij nog een beroep aan in Rouveen. Zijn bekendste gedicht, " Buiten-Leven", telt liefst 1516 regels. Hij hief hierin een lofzang aan op het eenvoudige buitenleven dat volgens hem ver te verkiezen was boven het leven in de stad. Rouveen werd er echter niet in genoemd. Verschillende inwoners van de gemeente roerden in de loop der eeuwen de literaire pen, vaak naar aanleiding van grote of kleine gebeurtenissen. Zo dichtte de landbouwer, en kerkelijk zeer actieve, Nicolaas Bouwman in de 19de eeuw over de moord op zijn moeder, over enkele dorpelingen die deserteerden toen zij onder Napoleon moesten dienen en over de Afscheiding. Gemeenteraadslid Jacob, "Jouk" Vos publiceerde in 1929, op de wijze van het Wilhelmus, een gedicht van liefst 33 coupletten over de ruilverkaveling, waarvan hij een groot voorstander was. Ook meende hij te moeten waarschuwen tegen de pronkzucht van zijn dorpsgenoten. "Voor 't oog der mensen groot te zijn, / Slaat menigeen in boeien. / Het voeren van een te grote staat, / Verslindt soms paard en koeien." Klaas Klooster dichtte óók over de ruilverkaveling en zijn gedichten werden, net als die van Vos, gepubliceerd in de Meppeler Courant.

Derk Compagner

Een door veel Rouveners en Staphorsters gewaardeerd schrijver was Derk Compagner, die in 2007 op 58-jarige leeftijd overleed. Hij gold als een kenner van de streektaal en gebruiken in Staphorst en Rouveen, werkte als docent, journalist, fotograaf en weblogger, was dichter en schreef romans. Onder het pseudoniem Roy Dörrick schreef de rossige Rouvener ook een thriller over de politieman Bert Lambertz en diens assistent Marten. "Het schrieven hef hee niet van een vrumde", meldt de flaptekst van zijn postuum uitgegeven dichtbundel "want zien moer schreef ien de oorlog as jong maechien al gedichten en was ook later hiel vlot mit de penne." Compagner schreef in het Neder-lands en in het Nedersaksisch, in het dialect. Volgens Koos Geerds "een taal zonder grootspraak / en barstensvol geheimenissen."