Kamper Uien

Afgunst en eigenwaan

Tijd van burgers en stoommachines

Wie Kampen zegt, zegt Kamper Uien. Daarmee bedoelen we niet het bolgewas waarvan je tranen in de ogen krijgt, maar verhalen die de domheid van de inwoners van de stad Kampen zouden aantonen. Het gaat hierbij om een bepaald genre van folkloristische vertellingen. Mensen hebben er altijd genoegen in geschept om een andere stam, dorp, stad of compleet volksdeel belachelijk te maken. Niet op basis van rationele argumenten, maar op basis van fantasierijke verhaaltjes en anekdoten. Deze vorm van leedvermaak vinden we al bij de Grieken en Romeinen, bij de Spanjaarden (Don Quichotte) en de Belgen (Tijl Uijlenspiegel) en bestaat tot op de dag van vandaag. Waarom dit leedvermaak? Dat heeft ongetwijfeld te maken hebben met een bepaalde vorm van rivaliteit, met afgunst. Wat Kampen betreft: een theorie is dat de rijkdom en de macht van Kampen tot grote jaloezie heeft geleid. De stad gold in de middeleeuwen als een van de machtigste steden in de Noordelijke Nederlanden. Dit leidde tot allerlei verhalen over de vermeende domheid van de Kampenaren. Door de tegenstander belachelijk te maken ondergraaf je immers zijn positie.

Kamper stukjes

Al in de 17de eeuw werd het verhaal verteld dat de stad Kampen bij de bouw van de Nieuwe Toren verzuimd had om er ook een trap in aan te brengen. In de 18de eeuw doen er diverse sprookjes de ronde, zoals die over de Kamper steur en nog veel meer. De schrijver Jacob van Lennep rept aan het begin van de 19de eeuw over typisch Kamper streken. Het is uiteindelijk de Kampenaar Jan Jacob Fels die ertoe overging bepaalde verhalen op schrift te stellen. Fels, oorspronkelijk van Duitse afkomst, exploiteerde in het midden van de 19de eeuw samen met zijn broer Gerard een boekwinkel annex drukkerij in de stad Kampen. Jan Jacob was een creatieve geest: hij was naast een begaafd schilder ook een dichter en een begenadigd spreker. Hij wist zijn toehoorders met humor te boeien. Die humor had vooral betrekking op de stad waarin hij zelf woonde. In 1844 verscheen van zijn hand het eerste zestal verhalen waarin hij de draak stak met de domheid van zijn stadgenoten. Zijn boekje gaf hij de titel mee: Kamper Stukjes. 2 jaar later werd dit gevolgd door een volgend zestal. Die verhalen over de domme Kampenaren waren niet origineel, maar ontleend aan het Narrenboek (in het Duits: Lalenbuch), dat vanaf het eind van de 16de eeuw wijd was verspreid in Duitsland. Het Lalenbuch bevatte wonderlijke en grappige verhaaltjes, die zouden hebben plaatsgevonden in het gefingeerde stadje Schildburg. Fels werkte de motieven uit deze verhalen om, zette ze op rijm en gaf ze uit onder de naam Kamper Stukjes. Later werd de naam omgezet in Kamper Uien. Waarom dit laatste woord wordt gebruikt, is tot op heden een raadsel. De laatste editie van deze Kamper Uien verschijnt in 1927. Het feit dat de verhalen in druk verschenen droeg in belangrijke mate bij aan de brede bekendheid die ze hebben gekregen.

Koe aan de toren

Een bekende Kamper Ui is "De koe aan de toren". De bouw van de Nieuwe Toren in Kampen stagneerde, waardoor er gras begon te groeien op de trans. Dat was een uitgelezen kans voor een koe om dit malse voer weg te vreten. Dus werd een koe met de kop in een lus de toren opgehesen. "Kijk", riepen de Kampenaren. "De koe heeft er veel zin in. Ze steekt de tong al uit de bek."
Een andere Ui over "De steur met de bel" verhaalt dat de bisschop van Utrecht een bezoek zou brengen aan Kampen. Om de man een goede maaltijd voor te zetten werd een steur van de beste kwaliteit apart gehouden. Helaas, de bisschop meldde zich ziek en zou later arriveren. Wat te doen met de smakelijke steur? Om hem vers te houden werd hij weer uitgezet in de IJssel, maar wel met een bel om, zodat de Kamper vissers hem weer boven water konden halen als de bisschop was gearriveerd…

Geuzennaam

Kampenaren zijn de benaming Kamper Ui in de loop der jaren als geuzennaam gaan gebruiken, een naam om trots op te zijn en waarmee niet te spotten valt. Slim genoeg hebben ze deze "Uien" ook volop weten uit te buiten. Namen ontleend aan Kamper Uien prijken op gevels van verkooppunten en keren terug in de winkelschappen. De Kamper steur dankt als gerecht zijn ontstaan aan de gelijknamige Kamper Ui. Ook de Kamper Ui(t)dagen zijn allang de regionale bekendheid ontstegen. Tegelijkertijd blijven tot op heden lokale politieke blunders of andere misstappen als "Kamper ui" aangemerkt worden.