Hofzang Heemse

Clara Feyoena

Tijd van pruiken en revoluties

En gij, o zonnebloem! Als gij u draait en wendt
Naar 't zonlicht, leert ge mij, als in een zinneprent,
Hoe 't hart, dat Jezus mint, hem zoekt en streeft naar boven,
En treurig kwijnt wanneer zijn liefdestralen dooven.

Gods prentenboek

In 1783 verscheen Heemse. Hof- Bosch- en Veldzang. In vier zangen van Clara Feyoena van Raesfelt-van Sytzama. Het was een omvangrijk hofdicht van ruim 3000 versregels, verdeeld over vier zangen, waarin de dichteres tijdens een gefingeerde wandeling door tuin, bos en veld niet alleen benoemt en beschrijft wat zij ziet, maar ook haar overpeinzingen en bespiegelingen weergeeft die dit aanschouwen bij haar oproept. Opvallend is dat ze de natuur niet alleen bewondert vanwege haar schoonheid en nut voor de mens, maar vooral leest als Gods prentenboek, waarin Hij voor de mens goede en wijze lessen heeft neergelegd. Zo leert de zonnebloem ons dat ons hart steeds gericht moet zijn op Jezus, de zon van ons leven. Daarnaast roept de wandeling allerlei gedachten en vergelijkingen op aan personen en situaties uit de bijbelse en klassieke geschiedenissen.

De dichteres Clara

Clara Feyoena van Sytzama werd op 5 april 1729 te Leeuwarden geboren als dochter van Pyrrhus Wilhelmus van Sytzama en Isabella Juliana Aebinga van Humalda. De jonge Clara Feyoena zette al vroeg haar schreden op het pad der dichtkunst, daartoe aangespoord door haar vader, haar gouvernante en de vriendenschaar binnen de Groninger studenten. Na een ongelukkig verlopen romance met haar leermeester Justus Conring zocht en vond Clara Feyoena afleiding en verstrooiing in het gezin van haar oom Jan Andries op de Blankenhemert te Heemserveen. Daar ontmoette zij Isaac Reinder van Raesfelt, met wie zij op 6 september 1750 trouwde. Enkele jaren later vestigde het jonge paar zich op de havezate te Heemse om daar het landgoed te beheren.

"Uit liefde voor de godsdienst"

Als vrouwe van Heemse had Clara Feyoena niet alleen de zorg voor haar gezin - na het overlijden van haar dochter later ook voor de beide kleinkinderen -, zij droeg ook verantwoordelijkheden voor het beheer en het personeel van het landgoed. Bovendien bleef zij verbonden met literaire en culturele kringen in de Republiek door individuele contacten en door haar lidmaatschap van dichtgenootschappen in Den Haag en Leiden. Door deze contacten smaakte ze het genoegen dat twee gedichten van haar werden opgenomen in de Evangelische Gezangen van 1806. Het lied Wij knielen voor uw zetel neer is nog steeds kerklied (Gezang 231 in het Liedboek voor de kerken). Twee weken voor haar overlijden op 1 september 1807 maakte Clara Feyoena nog de ingebruikname mee van het orgel dat zij had geschonken aan de kerkelijke gemeente van Heemse, "uit liefde voor de godsdienst".

Havezate Heemse wordt Clara Feyoenaheem
Havezate Heemse werd omstreeks 1870 afgebroken en vervangen door een boerderij. In 1960 werd de gemeente Hardenberg eigenaar. Op de plaats van de boerderij werd een verpleeghuis voor chronische zieken gesticht dat de naam Clara Feyoenaheem kreeg. In 2007 werd daar, ter gelegenheid van Clara's 200ste sterfdag, een beeld van Kees Huigen onthuld waarin hij in een bronzen spiraal het religieus geïnspireerde dichterschap van Clara Feyoena heeft verbeeld. Het Heemser bos, ooit bezongen in de tweede zang van het hofdicht, werd ingericht tot woonwijk annex sportcomplex.