Erben Wennemars

Schaatskampioen

Tijd van televisie en computers

Op 1 november 1975 werd Egbert Rolf Wennemars geboren. Zijn ouders noemden hem Erben. Zijn vader, die penningmeester van de ijsclub was, meldde Erben direct als lid van de ijsclub aan. Aanvankelijk had voetbal zijn grote liefde, maar schaatsen was ook prachtig. Op 9-jarige leeftijd werd Erben lid van de trainingsgroep van de IJsclub Stokvisdennen. Erben was gretig en wilde winnen, wat soms tot gevolg had dat hij door zijn driftige bewegingen niet meer vooruitkwam op het ijs. Als er echter wedstrijden waren, was Erben in zijn pupillen- en juniorjaren toch vaak op het erepodium te vinden.

Nationale ploeg

Door deze prestaties werd hij opgenomen in de nieuw gevormde sprintkernploeg van Leen Pfrommer. Dat hij niet alleen kon sprinten, bewees Erben toen hij als 18-jarige bij het Overijsselse Kampioenschap marathonschaatsen op natuurijs kampioen van Overijssel werd. Naast zijn topsportprestaties zorgde Erben er ook voor dat hij zijn Havo- en Atheneum-diploma´s haalde. Tussen wedstrijden door zat hij, onder meer in Davos, tentamens te doen. Na Pfrommer werd Peter Mueller zijn trainer. In 1997 kon Erben mee als reserve naar de wereldkampioenschappen in Hamar, maar Erben verkoos mee te doen aan de nationale afstandskampioenschappen. Het was een goede keus. Hij behaalde zijn eerste Nederlandse titel op de 1000 m.

Wereldrecord

Midden in de zomer van 1997 verbaasde hij in Calgary iedereen in de schaatswereld door als eerste schaatser ter wereld de schaatsmijl sneller te schaatsen dan 1.50.00 minuten, de tijd werd 1.49.89. Het was niet altijd succes, ook pech kwam op zijn weg. Bij de Olympische Spelen in Nagano in Japan leek Erben op zijn tweede 500 m in de buurt te komen van Olympische medaille, maar helaas bij het uitkomen van de laatste buitenbocht werd hij meegenomen in de val van de Noor Njos. Erben bleef voor de gehele televisie kijkende wereld kermend op het ijs liggen met zijn schouder uit de kom. De Olympische Spelen waren voor hem voorbij. De huldiging was er later bij thuiskomst in Dalfsen met een rondrit door Dalfsen en een happening in de sporthal De Trefkoele met 1.500 aanwezigen niet minder om.

Erelijst

Daarna ging het snel. Vele kampioenschappen werden gehaald, al ging het niet altijd vanzelf. Voor de wereldkampioenschappen in Salt Lake City wist Erben zich in selectiewedstrijden niet te plaatsen; hij moest daardoor 1 week van te voren met Björn Nijenhuis nog een skate off in Calgery schaatsen. Erben won en werd 1 week later voor de tweede keer wereldkampioen, het jaar daarvoor al in Nagano. Zijn erelijst is indrukwekkend. Erben werd drie keer Nederlands sprintkampioen en tien keer kampioen op een afstand. Wereldkampioen sprint werd Erben in 2004 en 2005, toen als inwoner van Zwolle, drie keer op een afstand en drie keer op de ploegachtervolging. Maar liefst 25 keer won hij een Wereldbekerwedstrijd en vijf keer de Wereldcup. Bij de Olympische spelen in Turijn behaalde Erben een bronzen medaille op de 1.000 m en een bronzen medaille bij de ploegachtervolging. Dat hij ook een allround kampioenschap kon rijden bewees hij in 2007: hij werd derde bij de Nationale Kampioenschappen en vijfde bij de Wereld Kampioenschappen. In 2009 had Erben het wereldrecord op de kleine vierkamp en dat van de ploegachtervolging, samen met Sven Kramer en Carl Verheijen. In 2010 miste Erben op 1/100 van een seconde (!) deelname aan de 1.500 m op de Olympische Spelen in Vancouver en daardoor ook de ploegachtervolging, waarop hij zo graag nog een keer was gegaan voor een Olympische gouden medaille, die nog ontbrak in zijn verzameling.

Afscheid

Na het missen van de Olympische Spelen kondigde Erben zijn afscheid van de schaatssport aan en dat wilde hij graag doen op zijn ijsbaan in Dalfsen. Dankzij een geweldige ijswinter en het geplande NK Kortebaan kampioenschap op de Stokvisdennen-ijsbaan in de Bellingeweer vond dat plaats op 11 januari 2010. Meer dan 5.000 schaatsfans omzoomden de Dalfser ijsbaan. De verzamelde Nederlandse sportpers alsmede TV-commentatoren en andere prominenten waren aanwezig. Erben deed samen met zijn broers Freddy en Dennis mee. Hij bracht het tot vier ritten. Daarna was er een groots afscheid, waarbij Erben tot slot te midden van de Stokvisdennen-pupillen met fakkels dank uitbracht aan zijn grote schare fans. Van de KNSB ontving hij de gouden speld vanwege zijn grote bijdrage aan de schaatssport. Erben was vanaf 3 april 2004 al erelid van de IJsclub Stokvisdennen en enkele jaren daarvoor in Zwolle ontving hij de Koninklijke onderscheiding Ridder in de orde van Oranje Nassau. Erben kwam in 2009 samen met zijn gezin weer in Dalfsen wonen in een fraai huis naast de ijsbaan, waar het ooit begon. Erben zal wellicht nog jaren Nederlands beste sprinter ooit blijven.