Vrijheid van denken

Tijd van regenten en vorsten

Verschillende kerken en stromingen

Tot in de zestiende eeuw was de katholieke kerk de heersende godsdienst in Nederland. Tegen de katholieke kerk kwam er steeds meer protest. De mensen die protesteerden werden protestanten genoemd. De aanhang was vooral in Noord-Holland en Waterland te vinden. De kritiek op de katholieke kerk had te maken met de rijkdom en de macht van de kerk. De paus had heel veel invloed. De protestanten wilden terug naar de zuivere leer van de kerk en de oorsprong van de Bijbel. Binnen de protestantse kerk waren verschillende stromingen, één daarvan was de gereformeerde kerk.

De algemene kerk

In de Republiek was de gereformeerde kerk de algemene kerk. Het was de kerk waarvoor de bestuurders van Nederland gekozen hadden. Alle gereformeerde kerken waren op dezelfde manier ingericht. Bij de Gereformeerden stond het woord van God centraal. Tijdens een dienst ging de aandacht uit naar de preekstoel waar de predikant preekte. In de kerk zelf waren weinig versieringen te vinden, geen beelden of schilderijen aan de wand.

Ook andere gelovigen

Andere gelovigen zoals katholieken en doopsgezinden mochten wel hun godsdienst uitoefenen. Dit moest alleen niet al te veel opvallen. Kerken zagen er onopvallend uit, aan de buitenkant kon je vaak niet zien dat het een kerk was. Ze kregen de naam schuilkerk.

Er werd wel rekening gehouden met andere geloven. De doopsgezinden waren tegen elke vorm van wapengebruik. Zij wilden daarom niet in het leger vechten. Dit loste ze op door de dienstplicht af te kopen. Alleen als je tot de gereformeerde kerk behoorde kon je een bestuurder worden. Mensen die niet gereformeerd waren hadden niet altijd dezelfde rechten.

Bernard Nieuwentuit

In de Republiek mocht je denken en zeggen wat je wilde. Dit was niet in alle landen zo. Mensen uit andere Europese landen vluchten daarom naar Nederland. In Purmerend woonde de beroemde Bernard Nieuwentuit (1654-1718). Hij was zowel arts, wiskundige en filosoof. Hij dacht veel na over de combinatie godsdienst en wetenschap en schreef hier meerdere boeken over. Zijn boeken werden veel gelezen.

Maatschappij tot Nut van het Algemeen

Jan Nieuwenhuizen uit Monnickendam en zijn zoon Martinus Nieuwenhuizen uit Edam waren twee predikanten. In 1874 richtten zij in Edam de Maatschappij tot Nut van het Algemeen op. "Het Nut" wilde dat ook gewone mensen zich konden ontwikkelen en naar school konden. Zij zorgde er voor dat het onderwijs verbeterd werd. En zonder de inzet van "het Nut" was de bibliotheek er niet geweest. In Waterland waren er meerdere afdelingen van "het Nut" te vinden.

Betje Wolff en Aagje Deken

De schrijfsters Betje Wolff en Aagje Deken woonden een periode in de Beemster en de Rijp. Ook zij wilden dat ieder mens vrij was om zijn eigen keuzes te maken. Het was belangrijk dat mensen zich konden ontwikkelen en zo een gelukkig leven konden leiden. Na de dood van de man van Betje Wolff deelden de vrouwen samen een huis en schreven gezamenlijk meerdere boeken.