De Enschedese Telefoon Maatschappij

Moderne communicatiemiddelen

Tijd van burgers en stoommachines

De elektrische "verspreker" deed in Enschede in 1883 zijn intrede. Het ging toen om een plaatselijk net, beheerd door de Enschedese Telephoon Maatschappij. De gesprekken werden elk afzonderlijk met de hand tot stand gebracht door een telefoniste. Het telefoonkantoor was ondergebracht in het torentje van het stadhuis, waar alle draden van het bovengrondse net samenkwamen. Het was in de beginperiode mogelijk dat de telefoniste een gesprek niet tot stand bracht omdat zij vanuit haar kantoor kon zien dat de gevraagde gesprekspartner op straat liep en dus niet te bereiken was.
In 1897 had het Enschedese net 147 aansluitingen. Vanaf 1899 was het ook mogelijk interlokaal te bellen via het rijkstelefoonnet. De kabels liepen in die periode ondergronds naar een aantal "opstijgpunten". Vandaar gingen ze bovengronds verder via telefoonpalen.

Vér spreken of vér schrijven?

In de beginfase hadden de dorpen in het buitengebied maar een enkele aansluiting. Nog rond 1910 waren er maar ongeveer 750 gesprekken per jaar (op 53.000 inwoners). Per telefoon ongeveer tien gesprekken per jaar, het was meer een statussymbool. Landelijk was in dat jaar het aantal telefoongesprekken hoger dan het aantal verzonden telegrammen. Het beheer van het gemeentelijk net ging in 1916 over naar het Rijk. Er waren toen ongeveer 650 aansluitingen. In 1926 nam het Rijk ook de eigendom van het net over. In 1933 waren er 2270 aansluitingen, in 1984 ongeveer 53.500.

Telgrammen

De rijkstelegraafdienst was al in 1852 opgericht. Vanaf 1855 was het ook in Enschede mogelijk "telegrafische berigten" te verzenden en te ontvangen. Het transport van "telegrammen" (het woord vond pas later ingang) verliep in het begin via bovengrondse draden, die uiteraard zeer gevoelig waren voor de weersomstandigheden, vooral in de winter. Op de omgang van de toren van de Grote kerk bevond zich een stellage om de draden "hoog te houden". Vanaf 1886 vond geleiding plaats door buizen tussen het station en het telegraafkantoor in "'t Striekiezer" aan De Heurne. De openbare telegraafdienst is in 2004 opgeheven.

Telexdienst

De Enschedese telefooncentrale was sinds 1915 gevestigd op de bovenverdieping van het politiebureau, toen aan de (Korte) Haaksbergerstraat; sinds 1933 op de bovenverdieping van het postkantoor, eveneens aan de Haaksbergerstraat. Het telefoonnet was toen al gedeeltelijk geautomatiseerd. Het was tot 2007 ook mogelijk gebruik te maken van de telexdienst. Tussen 1925 en 1962 werd het Nederlandse telefoonnet volledig geautomatiseerd. In 1963 kwam de huidige centrale aan de Zuiderhagen in gebruik.

Kranten

Enschede beschikte sinds 1855 over een eigen nieuwsblad: de Enschedese Courant, die eenmaal per week verscheen met vier pagina's. De krant bood als bijzonderheid ook de koers van de Pruisische munt (weeklonen in de fabrieken werden vaak in Pruisisch geld uitbetaald), en ook het verloop van de katoenprijzen in Engeland. Vanaf 1870 verscheen het blad tweemaal per week. Vanaf 1872 was er ook Tubantia, Volkscourant voor Twenthe, later Nieuws- en Advertentieblad voor Twenthe. Het blad kwam in 1879 tweemaal per week uit, in 1902 driemaal en verscheen vanaf 1912 als dagblad. In 1917 werd de titel Enschedese Courant aangekocht. Tubantia concurreerde in Twente met de katholieke Twentse courant, die sinds 1844 werd uitgegeven in Oldenzaal, maar voor heel Twente was bestemd en sinds 1881 ook met een voorloper van het Dagblad van het Oosten in Almelo. De Nieuwe Hengelosche Courant verscheen van 1886-1942. In 1947 werd het dan verschijnende Hengelo's Dagblad opgekocht.