De Lelie

Ommen molenstad

Tijd van burgers en stoommachines

Als de Heer de wind laat waaien
die over berg en akker zweeft
dan kan deze molen malen
't graan, dat God het mensdom geeft.
Deze tekst van de Ommer volksdichter Hendrikus Spanjer (1843-1928) valt te lezen op een wandbord in molen De Lelie aan het Molenpad in Ommen. De achtkante stellingmolen is gebouwd in 1846. De ambachtelijke korenmolen kent nog altijd een beroepsmolenaar en maalt voor diverse bakkers in de omgeving. De molen verwerkt onder meer de oude graansoort spelt, die weer in de omgeving van Ommen verbouwd wordt. Men brouwt er onder meer Ommer speltbier van. De molen huisvest ook een reformwinkel met natuurvoedingsmiddelen.

Molenstad

Dankzij inspanningen van de gemeente zijn er in en rondom het centrum van Ommen vier molens bewaard gebleven. Na de Tweede Wereldoorlog was het treurig gesteld met de molens in Ommen. Windenergie had plaats gemaakt voor motoraandrijving. De molens stonden er als bouwvallen bij. De gemeente kocht de vervallen bouwwerken één voor één op en liet ze restaureren. Ommen mag zich dankzij dat voortvarend gemeentelijk beleid met recht molenstad noemen. In de buurschap Vilsteren staat nog een particuliere molen. De molens in Ommen zijn stuk voor stuk draaivaardig en behalve de Konijnenbelt ook maalvaardig. Alle vijf molens zijn aangemerkt als rijksmonument.

Den Oord of Makkinga's Mölle

Molen Den Oord is een zeldzame zeskante stellingmolen. In 1824 kocht timmerman Roelof Makkinga de molen uit de Zaanstreek met typische houten onderkant en liet deze als zaagmolen op Den Oord bij de Vecht herbouwen. Achter de molen lag een kolk, waarin de bomen gewaterd werden ter voorkoming van schimmel en houtrot. In 1895 liet de nieuwe eigenaar Hein Oldeman Den Oord ombouwen tot korenmolen. Tegenwoordig is het Streekmuseum Ommen in de molenschuur en bijgebouwen gevestigd.

De Konijnenbelt

De achtkante molen De Konijnenbelt ligt aan de Vecht tegenover het stadscentrum. De molen met houten onderkant is eveneens afkomstig uit de Zaanstreek. Hendrik Konijnenbelt liet de molen in 1806 als olie- en pelmolen herbouwen. De molen perste olie uit oliehoudende zaden als kool- en lijnzaad en pelde gerst tot gort. Begin 20ste eeuw werd overgeschakeld op het machinaal malen van graan. De molen kwam in bezit van de Coöperatieve Landbouw Aan- en Verkoop Vereniging Ommen en omstreken, die deze in 1976 aan de gemeente Ommen verkocht. Vandaag de dag zijn er geregeld exposities in de molen.

Besthmenermolen

De Besthmenermolen is een voortzetting van de molen die al in de 16de eeuw op de helling van de Besthmenerberg koren maalde. Deze hoorde bij het huis Eerde. Zijn opvolger, de huidige molen aan de Hammerweg, is gebouwd in 1862. Het is de enige beltmolen van Ommen, oftewel gebouwd op een bult. De andere molens zijn stellingmolens. De familie Hellwich maalde hier vijf generaties lang het koren voor de boeren uit Besthmen. Halverwege de 20ste eeuw raakte de molen in ernstig verval. Na ingrijpende restauraties is de molen weer draai- en maalvaardig. Voor de windvang moest een gedeelte van het omliggende bos wijken. De molen en bijgebouwen bieden onderdak aan het Natuurinformatiecentrum Ommen.

De Vilsterse Molen

De Vilsterse Molen is de enige particuliere molen in de gemeente Ommen. De molen uit 1858 behoort tot het landgoed Vilsteren. De stelling van de achtkante molen ligt op maar liefst 12 m hoogte. Samen met de kerk en het landhuis behoort de molen dan ook tot de beeldbepalende elementen van het landgoeddorp. De korenmolen maalt tegenwoordig alleen nog op demonstratiedagen voor het publiek. Alle molens in Ommen staan open voor bezichtiging en excursies door de molenaars en molengidsen.