Gasfabriek

Energievraagstukken

In 1860 bouwt de gemeente Meppel een bijzondere fabriek: een energiefabriek. In die fabriek werd gas uit steenkool gehaald. Gas is een brandstof waarmee je kunt verlichten en verwarmen. In heel Nederland stonden in de 19e eeuw gasfabrieken. De meeste zijn afgebroken, maar die in Meppel staat er nog steeds. Het is een groot gebouw aan de Gasgracht. Je kunt zelf wel bedenken hoe die straat aan zijn naam is gekomen, toch?

   >>   Direct naar de onderwijswebsite 

Licht in de duisternis
In Nederland was het vroeger buiten pikkedonker, je zag er geen hand voor je ogen.
Mensen verlichten hun huizen met kaarsen, vet- of olielampen en verwarmden hun huizen met hout of turf. Al in de 16e eeuw kregen grotere steden straatlantaarns. Daarin brandden kaarsen. Ze werden elke avond aangestoken en gedoofd door lantaarnopstekers. Dat was toen een beroep, net als olieslager. 

Meppel kreeg in 1780 haar eerste openbare straatverlichting met olie. Er komen 90 roodkleurige blikken straatlantaarns met het zegel van schulte Altingh. De lijn- of raapolie komt van de oliemolen van Otto Blom op het Groeneveld in Meppel. Die verdiende er goed aan! Maar olielantaarns geven maar weinig licht en het is duur.

Lichtgas uit steenkool
In de tijd van burgers en stoommachines (of de industriële revolutie) werden veel uitvindingen gedaan. In 1783 was steenkoolgas ontdekt. In Meppel wilde men straatverlichting met dit ‘lichtgas’. Het was goedkoper, maar er moest een grote fabriek voor worden gebouwd. Om het gas bij de huizen te krijgen, moesten buizen onder de grond, onder wegen en straten, worden aangelegd. 

De gasfabriek was een groot gebouw met een hoge schoorsteen. Het gebouw stond vol ijzeren machines met gekke namen als: stoomketel, retort, zuiveringskist, scrubber en exhauster. Met schepen werd steenkool naar de fabriek gebracht en daar werd het in grote ovens heel erg heet gemaakt. Dan komt het steenkoolgas eruit. Daarna werd het gas gezuiverd en opgeslagen in enorme gashouders naast de fabriek.

Verlichten en verwarmen
Zo kreeg Meppel de eerste gemeentelijke gasfabriek van Drenthe. Op 12 april 1861 werd Meppel voor de eerste keer verlicht met 'gaz'. Al snel laten ook rijke Meppelers gaslantaarns aan de gevels van hun huizen ophangen. Voorbeelden daarvan zijn nog te zien in de Brouwersstraat en bij de Secretarie.Voor de rest van Meppel was het stadsgas onbetaalbaar. Zij gebruikten turf, olie of petroleum. Maar rond 1900 werden ook zij verleidt om stadsgas te gebruiken, vooral om te gebruiken in de keuken. Op de gevel van de gasfabriek staat daarom heel groot een oude reclametekst: KOOKT OP GAS!  

Petroleumolie was niet de enige energie-concurrent van de gasfabriek. In 1879 had Thomas Edison de eerste gloeilamp op elektriciteit gemaakt, een nieuwe energiedrager. In 1921 kwam de eerste elektrische straatverlichting (7 lantaarns) in Meppel, geleverd door een nieuwe elektriciteitscentrale in Zwolle (de IJsselcentrale).

Energietransities
In 1948 werd het eerste aardgas in Nederland gevonden in Drenthe, bij Coevorden. In 1950 werd ook aardgas gevonden in Wanneperveen, vlakbij Meppel, bij de Roekebosch. Er zit dus ook aardgas in de grond onder Meppel en Nijeveen. Al in 1955 schakelde Meppel over van steenkoolgas naar aardgas. Het was schoner en goedkoper. Vier jaar later werd in Groningen een enorm gasveld ontdekt. Daar werd Nederland in één klap een heel rijk land van. Toen werd heel Nederland werd aangesloten op het aardgasnetwerk. De gasfabrieken waren niet meer nodig en stonden leeg.

Maar ook het gebruik van aardgas is straks verleden tijd. Nederland gaat in de toekomst duurzame energie gebruiken. Daarom worden in de nieuwe wijk Nieuwveense Landen huizen zonder gastoestellen gebouwd. 

Herbestemming
Wat te doen met de oude fabriek? Het werd kantoor van het bedrijf dat het aardgas naar de huizen vervoerd in Meppel: de Rendo. Maar de grond onder de gasfabriek was zwaar vervuild, er zaten en zitten heel veel gevaarlijke stoffen in waar je ziek van kunt worden. Daarom zullen er nooit nieuwe huizen op worden gebouwd. In 2006-2008 werd het fabrieksterrein veranderd. Een deel van de gebouwen werd gesloopt. Sinds 2008 is in de overgebleven gebouwen een bedrijvencentrum (B+O). Dat noemen ze ook wel ‘herbestemming’. De drie overgebleven gebouwen van de oude gasfabriek - de stokerij, het zuiverhuis en de Hummelschool/steenkolenopslag zijn nu industriële monumenten.