Gerard ter Borch jr.

Kunstschilders

Tijd van regenten en vorsten

"G.T. Borch de Jonge inventur", een groter compliment kon de 7-jarige Gerard ter Borch van zijn vader niet krijgen. Hij had uit zijn hoofd een ruiter te paard getekend. Ter Borch sr. onderwees zijn zonen in hun woning aan de Sassenstraat in Zwolle de beginselen van de teken- en daarmee schilderkunst. Zij kopieerden volgens de gangbare methode eerst tekeningen en prenten van anderen, legden vervolgens driedimensionale afbeeldingen vast en tekenden tenslotte objecten en figuren uit de eigen omgeving ("nae het leven"). Eenmaal vertrouwd met de basistechnieken waren de jonge kunstenaars in staat voorstellingen vanuit de eigen verbeelding te vervaardigen. Het spelen met realiteit en verbeelding was begonnen: "inventur", dat wil zeggen zelf bedacht. Een kunstenaar was geboren.

Artistieke familie

De familie Ter Borch behoorde tot het Zwolse regentenpatriciaat. Gerard ter Borch sr. (1582/83-1662) had van zijn vader de lucratieve functie van belastingontvanger overgenomen. De welvaartstijging in de eerste helft van de 17de eeuw bracht ook in Overijssel een opleving van de kunsten. Zilversmeden, houtsnijders, glazeniers en fijnschilders vonden er volop emplooi. In Kampen maakte de schilder Hendrick Avercamp (1585-1634) naam met zijn wintertaferelen. Al op jonge leeftijd legde Ter Borch sr. belangstelling voor de tekenkunst aan de dag. Hij maakte zelfs een studiereis naar Rome. Hij besloot om zijn zonen Gerard (1617-1681), Harmen (1638-ca. 1677) en Moses (1645-1667) een kunstzinnige vorming te geven. Zijn dochters waren van dit onderwijs uitgesloten, maar Gesina (1631-1690) liet zich creatief evenmin onbetuigd. Uitzonderlijk is dat Ter Borch sr. de tekeningen van zijn kinderen veelal voorzag van datum, naam en eventuele bijzonderheden. Later nam Gesina het beheer van de familiecollectie van hem over. Deze kunstzinnige nalatenschap bleef tot 1886 in handen van de erven Ter Borch en berust sindsdien in het Rijksprentenkabinet. De omvangrijke en gevarieerde verzameling geeft een unieke inkijk in de ontwikkeling van een artistieke familie in de periferie van de Nederlandse Republiek tijdens de Gouden Eeuw.

Beroemd kunstschilder

Gerard ter Borch jr. ontwikkelde zich als enige van de familie tot professioneel kunstenaar. Harmen nam de functie van belastingontvanger van zijn vader over; Moses sneuvelde tijdens de Tweede Engelse Oorlog bij Harwich. Gerard ging in de leer bij de vermaarde Haarlemse schilder Pieter Molyn; een duidelijke blijk van de voortrekkersrol die het gewest Holland ook in kunstzinnig opzicht had. Ter Borch legde zich toe op het schilderen van portretten en genrestukken (voorstellingen uit het alledaagse leven). Diverse buitenlandse reizen brachten hem onder meer in Engeland, Italië en Spanje. In 1648 maakte hij in opdracht een schilderij van de ondertekening van de Vrede van Munster. Na zijn huwelijk met de zus van zijn stiefmoeder in 1654 vestigde Ter Borch zich in Deventer, de woonplaats van zijn vrouw. In deze periode kwam zijn verfijnde stijl van schilderen tot volle wasdom. Hij werd alom gerespecteerd als groot kunstschilder. Zijn werk beïnvloedde diverse andere schilders. Gerard ter Borch onderhield nauwe banden met zijn halfzusje Gesina, die herhaalde keren als model in zijn werken voorkomt. Na zijn dood in 1681 werd hij bijgezet in het familiegraf in de Sint-Michaëlskerk te Zwolle.