Peregrinus van Barmentlo

De boekdrukkunst in Hasselt

Tijd van steden en staten

Het pand Hoogstraat 12 in Hasselt is een van de vele van oorsprong middeleeuwse panden in deze straat. Tussen 1481 en 1490 was hier een van de oudste drukkerijen van Nederland gevestigd. Boekdrukker Peregrinus van Barmentlo geniet onder deskundigen internationale bekendheid als drukker van wiegendrukken. Met de productie van deze boeken liep hij voorop in een revolutionaire ontwikkeling van die tijd: de overgang van handgeschreven teksten naar gedrukte teksten.
Peregrinus van Bartmentlo was een telg van een familie uit Neede, een dorp in de Achterhoek. Over zijn jeugd en opleiding is niets bekend. Zeker is dat hij in 1476 naar Italië is gereisd om zich daar te bekwamen in een gloednieuw beroep, dat van boekdrukker. Peregrinus (letterlijk "pelgrim") was een snelle leerling. Al 1 jaar na zijn aankomst in Italië gaf hij in Napels een gedrukt psalmboek uit. Waarschijnlijk werkte hij later ook nog bij een drukkerij in Messina. Met de in Italië opgedane kennis reisde hij in 1481 terug naar de Nederlanden om in Hasselt een drukkerij te openen. Dat zal in de stad het nodige opzien hebben gebaard, want waarschijnlijk had de bevolking nog niet eerder gedrukte boeken gezien.

Wiegendrukken

Peregrinus stond middenin de nieuwste ontwikkelingen van zijn tijd. Rond 1450 experimenteerden mensen als Johann Gutenberg uit Mainz, Laurens Janszoon Coster uit Haarlem en anderen met het drukken van boeken met behulp van losse letters, gesneden uit hout of gegoten uit lood. Met deze uitvinding van de boekdrukkunst kwam een eind aan de tijd dat boeken met veel geduld en vakmanschap werden geschreven door monniken uit kloosters en andere kerkelijke instellingen. Dat was een grote sprong voorwaarts voor de verspreiding van teksten onder de bevolking. De boekdrukkunst maakte de productie van teksten namelijk aanzienlijk goedkoper en sneller. Hoewel het woord "snel" gezien moet worden in het licht van die tijd. De oude wijnpers die Gutenberg gebruikte, kon per uur maximaal 100 vellen eenzijdig bedrukt papier produceren.
De boeken van Peregrinus behoren tot de incunabelen, ook wel wiegendrukken genoemd. Boeken uit de kindertijd van het boek dus. De wiegendrukken leken nog enigszins op de middeleeuwse handschriften. De letters waren imitaties van de handgeschreven letters. Ook de gewoonte van de schrijvende monniken om de beginletters van de hoofdstukken uitbundig te versieren werd nog lange tijd in de gedrukte boeken voortgezet. In de tijd van de wiegendrukken (1450-1500) zou Deventer uitgroeien tot één van de belangrijkste drukkerscentra van West-Europa. Hasselt en Zwolle gingen wat bescheidener in deze ontwikkeling mee.

Italiaanse letters

Langzaam maar zeker maakten drukkers gebruik van gestandaardiseerde lettertypen. De keuze was afhankelijk van de streek waar de drukker woonde of waar hij zijn ervaring had opgedaan. Zo is bekend dat Peregrinus letters van een Italiaans type gebruikte, wat gezien zijn opleiding in Napels niet verwonderlijk is. Net als veel van zijn collega's gebruikte hij af en toe houtsneden voor illustraties of voor de versiering van de beginletters van hoofdstukken. Bekend is dat twee Zwolse houtsnijders niet alleen houtsneden maakten voor hun stadgenoot en boekdrukker Peter van Os, maar ook voor Peregrinus.
Veel werkgelegenheid zal de drukkerij van Peregrinus niet hebben opgeleverd. De tijd van de massale productie van boeken, met verbeterde persen en gespecialiseerde lettergieterijen was nog lang niet aangebroken. Maar zijn boeken hebben hun weg gevonden, tot ver over de grenzen van Hasselt. Er zijn negen wiegendrukken bewaard gebleven, onder andere in Parijs en Londen, in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag en in de Stads- of Atheneumbibliotheek te Deventer. Enkele titels zijn: "Epistelen ende evangelien mitten sermonen" (1480), "Summe le roy, of des conincs summe" (1481), "Getijdenboek" (1488) en "Liden ende passie Ons Heren" (1488).