Wat maakt Nederland Nederland? Als ze maar lezen...

Wat maakt een volk tot een volk? De vraag zo opgeschreven zal bij menigeen als de echo van een nationalistisch denken klinken. Toch is het weinig anders dan de kerngedachte achter de opdracht van minister Van der Hoeven aan de mediaevist Frits van Oostrom om binnenkort met een lijstje te komen waarin staat wat elke Nederlander van zijn vaderlandse geschiedenis moet weten. Dat wordt nog versterkt door het hieruit voortgekomen pleidooi er ook maar een lijst verplichte literatuur aan vast te knopen. Deze 'canon' en 'literaire canon' lijken daarmee zo ongeveer verplichte software om iemand het predikaat 'Nederlander' te geven. Als je niet weet waarom Willem van Oranje de opstand tegen de Spanjaarden leidde, of welke rol de Vereenigde Oostindische Compagnie in onze geschiedenis speelde, ben je dan geen Nederlander? Toen ik de middelbare school bezocht hadden we een leraar Nederlands die er wel voor zorgde dat je bleef zitten als je Multatuli's Max Havelaar niet had gelezen. Moeten we daar voor de huidige genereatie A.F.Th. van der Heidens romancyclus De Tandeloze Tijd aan toe voegen? Op al deze vragen is veel af te dingen. Het zijn de verkeerde geschiedkundige voorbeelden, het zijn de verkeerde boeken. Moet iedere Nederlander dan wel minimaal weten dat Nijmegen de oudste stad van Nederland is? Welk lijstje je ook opstelt, op elk lijstje zal veel af te dingen zijn. Over elk lijstje zal een gepassioneerde discussie tussen historici, neerlandici, leraren, politici en lezers losbranden. Dat kunnen hele leuke discussies zijn, er kunnen krantenkolommen mee vol geschreven worden en praatprogramma's aan elkaar gekletst, maar ik voorspel u: men zal het hierover nooit met elkaar eens worden. En ik verzeker u: die discussie gaat volledig over de hoofden van de doelgroep heen. Moeten we dan maar niets doen? Is het dan van geen enkel belang meer te weten waarop onze natie is gebouwd? Moeten we de slavenhandel en ons koloniaal verleden waar een deel van onze rijkdom aan te danken is geweest maar niet meer behandelen? Vinden we het niet meer belangrijk dat onze kinderen de religieuze fundamenten van onze staat kennen? Ook daar kunnen we niet omheen. Juist in deze tijd, waarin de landsgrenzen binnen Europa verdampen en de bevolking veelkleuriger is dan ooit, waarin de cultuur meer dan ooit in onze geschiedenis wordt beïnvloed door buitenlandse televisieproducties en fastfoodketens, waarin het aantal moslims (8%) inmiddels het aantal gereformeerden (7%) is gepasseerd, lijkt de behoefte te groeien aan een antwoord op de vraag, wat die veelkleurige massa inwoners binnen onze landgrenzen bindt. Ik zeg nadrukkelijk 'bindt' en niet 'tot één volk maakt', want daar ligt misschien wel de misvatting achter de vraag. Kunnen we wel spreken van één volk? Zoals we alle inwoners van Gelderland op die grond Gelderlanders mogen noemen, weten we allemaal dat er enorme cultuurverschillen bestaan tussen de Veluwe en de Betuwe, tussen het Rivierenland en de Achterhoek. Het opstellen van een canon lijkt me daarmee een onmogelijke zaak. Deze pretendeert immers een einde aan alle discussie te maken wat een Nederlander moet weten van de geschiedenis van zijn land en gelezen moet hebben. Zo'n canon pretendeert het eindoordeel daarover. Dat is onzin. Wel lijkt het me belangrijk vast te stellen dat kennis van de geschiedenis wordt bijgebracht, lijkt het me belangrijk dat op scholen wordt uitgelegd hoe ons land en de wereld zich heeft ontwikkeld, en pleit ik er om die reden voor van geschiedenis een verplicht vak te maken en kinderen ook op school te stimuleren om te lezen. Maar dan niet alleen Couperus, maar ook Kader Abdolah en Arnon Grunberg. Onderwijs moet interesse wekken. Je hebt er niets aan een volk te leren keurig zijn boekenlijstjes af te werken en daarna rustig verder te slapen.

De Gelderlander