De watertoren

Van pomp naar kraan

Tijd van wereldoorlogen

Het is tegenwoordig heel gewoon dat er naar keuze warm of koud water uit de kraan komt en de meeste gebouwen centrale verwarming hebben. Toch is het nog niet zo lang geleden dat na veel discussies en overleg Ootmarsum en omgeving werd aangesloten op het waterleidingnet. Voordien haalden de inwoners hun water voor huishoudelijk gebruik uit pompen en putten, maar ook uit de vele beken en de vaak vervuilde grachten en vijvers. Het water van de grachten werd gebruikt voor het wassen en spoelen van kleding en andere stoffen, maar er werd ook afval in gestort.

Stadspomp en putten

Vanaf de Kuiperberg stroomde water, ook ondergronds over dikke leemlagen, naar de lager gelegen stad. Het regenwater trok in de grond en werd door de bodem gefilterd en van schadelijke stoffen ontdaan. Dit leverde helder grondwater op. Ootmarsum beschikte over een officiële stadspomp, die bij het stadhuis staat. Het is een pomp van Bentheimer zandsteen, die in 1778 in opdracht van het stadsbestuur tegelijk met het stadhuis werd ontworpen en gebouwd door Egbert Schrader uit Gildehaus. Verder waren er drie openbare stadsputten: de Bergput op het Bergplein (de oudste), de put in de Walstraat en de put op de hoek Kloosterstraat-Putstraat. Daarnaast waren er vele particuliere pompen en putten. Bij het water halen werden natuurlijk ook nieuwtjes uitgewisseld en zo hadden de putten ook een sociale functie. Ze werden jaarlijks door de gezamenlijke gebruikers (de buurt) schoongemaakt, waarna het putfeest werd gevierd.

Waterleiding en watertoren

Al in 1916 wees burgemeester J.F. van Heereveld de gemeenteraad op het grote belang van de aanleg van een waterleiding, maar men vreesde voor hoge exploitatiekosten. In 1932 deed de Waterleiding Maatschappij Overijssel (WMO) het gemeentebestuur een voorstel om Ootmarsum aan te sluiten op het waterleidingnet. Hiertegen rees verzet, omdat alle inwoners verplicht zouden worden tot deelname. Uiteindelijk werd toch besloten om de waterleiding aan te leggen. De WMO zou volgens een plan van burgemeester Van Heereveld op het hoogste punt van de Kuiperberg een groot waterreservoir in de grond maken, waarvandaan het water naar het lager gelegen stadje zou lopen. Maar op die plek was in 1926 de oriënteertafel geplaatst. Eerst wilde men nog een nieuwe, grotere oriënteertafel bouwen bovenop het waterreservoir, maar dit kon niet doorgaan, omdat die grond vanwege een overeenkomst met de ANWB niet voor andere doeleinden gebruikt mocht worden. Toen werd geopperd om dichter bij de straat een watertoren te bouwen in combinatie met een uitzichttoren en een café, maar ook dit plan bleek (financieel) niet haalbaar.

Rijksmonument

Uiteindelijk werd in 1934 begonnen met de bouw van de huidige watertoren, naar een ontwerp van WMO. De bouw werd uitgevoerd door de firma Bosch en Kerkhof uit Olst, die de watertoren in oktober van dat jaar opleverde. De toren van baksteen is de laagste, maar wel de hoogstgelegen watertoren van Overijssel. Met zijn 9 m zorgt hij voor voldoende druk op het waterleidingnet in het lager gelegen Ootmarsum. Tegenwoordig heeft het bouwwerk de status van Rijksmonument. De WMO zorgde ook voor de aanleg van een leidingnet om de huizen op het water aan te sluiten, wat een heel karwei moet zijn geweest, omdat alles nog met de hand moest gebeuren. Na de aanleg van de waterleiding kwam er in 1938 riolering in het centrum van Ootmarsum. Dit was hygiënisch gezien een hele vooruitgang: de tijd van de "huuskes en tönnekes" liep daarna geleidelijk ten einde.

Een bierpomp

Aanvankelijk was het drinkwater afkomstig van het pompstation Hexel in de gemeente Wierden. Tegenwoordig wordt het water gewonnen uit "de Slenk van Reutum" bij Manderveen; die voorziet de gemeentes Tubbergen, Dinkelland en Losser van water van hoge kwaliteit. De watertoren is nog steeds in gebruik. De vele putten in Ootmarsum hebben hun oorspronkelijk functie verloren en dragen nu bij aan de toeristische aantrekkelijkheid van Ootmarsum. Dat geldt eens te meer voor de fraaie oude stadspomp bij het stadhuis, waaruit bij de opening van het carnaval zelfs bier wordt getapt!