Het rampjaar

De Vecht als frontgebied

Europa in de zeventiende eeuw was vol oorlogen, in wisselende coalities. De Republiek raakte regelmatig betrokken bij de strijd. Frankrijk onder Zonnekoning Lodewijk XIV had zijn begerig oog geworpen op de Republiek en de inval van de Franse legers in 1672 verliep zeer voorspoedig. De regenten, die na een mislukte coup in 1651 geen nieuwe stadhouder meer hadden aangesteld, wisten niet hoe te reageren. Paniek sloeg om zich heen en vooral onder het gewone volk groeide de roep om leiderschap. Daarvoor werd gekeken naar de zoon van de laatste stadhouder, Willem III. Uiteindelijk gingen de Staten-Generaal overstag. Door alle provinciale Staten werd Willem tot stadhouder benoemd.

Als kapitein-generaal van het leger werd er naar hem gekeken om het land van de Fransen te bevrijden. Nu was de (Oude) Hollandse Waterlinie gesteld en dat betekende dat Holland, met de belangrijke steden Amsterdam en Den Haag, nog vrij was. De linie liep van Naarden langs de Vecht, naar Woerden en verder naar het zuiden. Het overgrote deel van de provincie Utrecht lag dus aan de verkeerde kant van het water en was bezet door de Franse legers. Die hielden daar soms vreselijk huis, vooral toen hun frustratie groeide omdat de waterlinie ondoordringbaar bleek.

Utrecht gaf zich over aan de Fransen, ook al omdat de stadhouder geen troepen stuurde om de stad te verdedigen. Dat werd de provincie zwaar aangerekend, in de ogen van de andere gewesten had men zich hier veel te gemakkelijk overgegeven. Door die overgave werd veel leed voorkomen: plunderingen, moord en verkrachtingen kwamen maar op kleine schaal voor. Niet dat de Fransen zich altijd netjes gedroegen, zeker toen hun oorlogskansen zich keerden. Onder meer Breukelen kreeg het zwaar te verduren. Ook de boeren in de geïnundeerde gebieden hadden zwaar te lijden. Hun landerijen en soms hun boerderijen stonden onder water en het zou jaren duren, voordat er van de grond weer een oogst te verwachten was. Na een bliksemaanval van de prins van Oranje op Naarden moesten de Franse troepen zich in 1673 weer terugtrekken.