De veerramp van Genemuiden

De veren van Zwartewaterland

Tijd van wereldoorlogen

Tijdens een donkere nacht in maart 2010 reed een auto met drie jongeren erin het Zwarte Water in. Ze waren zich niet bewust dat de weg waarop ze reden eindigde bij de aanlegplaats van het Genemuider veer aan het Zwarte Water. Eén van de inzittenden verdronk. In het verleden deden zich vaker ongelukken bij het veer voor. Met name de veerramp van 1922 maakte grote indruk op de Genemuidenaren.
Op 8 maart 1922 ging een stevige zuidwestenwind geleidelijk over in een ziedende storm. De wind stuwde het water uit de Zuiderzee met grote kracht het Zwarte Water in. Zware hagel- en regenbuien maakten het er alleen maar erger op. Veerman Thijs Velthuis koos daarom voor de roeiboot in plaats van de pont om de passagiers van de tram van half 6 op te halen. Maar na zijn aankomst, durfde een deel van het gezelschap niet in de roeiboot te stappen. De veerman liet zich door burgemeester Groote Balderaar ten Velde overreden alsnog de pont te halen. Met veel moeite kon hij even later de twaalf passagiers aan boord krijgen. Toen de pont zo'n 20 meter van de oever was, stond de kabel zo strak dat de veerman besloot terug te keren, maar dat lukte niet. De passagiers raakten in paniek toen het buiswater over het dek begon te spoelen en stapten over in de roeiboot, die achter de pont was vastgebonden. De veerman, zijn zoon en twee passagiers bleven op de pont. Toen sloeg het noodlot toe. De roeiboot kapseisde en de daarin aanwezige passagiers verdwenen in de golven. Na enige tijd knapte de kabel van de pont, die daarna richting Zwartsluis dreef. Elf mensen verloren het leven, waaronder de veerman en zijn zoon, en de burgemeester en zijn vrouw. De verslagenheid onder de bevolking was groot en nog jaren werd de dag van de ramp, het was biddag, herdacht.

Beroemde passagiers

Het veer van Genemuiden heeft een eeuwenoude geschiedenis. Oorspronkelijk was het veer eigendom van de landsheer, de bisschop van Utrecht. Maar al in 1347 droeg bisschop Jan van Arkel zijn rechten op het veer over aan Genemuiden, op voorwaarde van vrije overtocht voor hem en zijn ambtenaren. Het veerrecht legde de stad geen windeieren. Eeuwenlang vormde het veer een belangrijke bron van inkomsten. Reizigers die van Zwolle naar de bisschopsstad Vollenhove wilden reizen bijvoorbeeld, staken meestal bij Genemuiden het Zwarte Water over. Zo kwam er genoeg veergeld binnen om de eigen inwoners en hun vee gratis over te zetten.
Ook militair gezien was het veer van Genemuiden van grote betekenis. In tijden van oorlog maakten legers die naar het noorden of het westen wilden er gebruik van. In 1568 bijvoorbeeld, aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog, gebruikte het leger van Alva het veer om op te marcheren naar Groningen, waar hij uiteindelijk bij Heiligerlee een grote nederlaag zou lijden. Spectaculair moet in 1813 de oversteek zijn geweest van 3 à 4.000 soldaten van het leger van Napoleon, dat na de rampzalige veldtocht in Rusland op weg was naar huis.

Het veer in onze tijd

Tijdens de veerramp van 1922 was een oude houten pont in de vaart. Na de ramp werd deze vervangen door een metalen exemplaar. Het gebruik van het veer liep snel terug toen in 1973 de autoweg Genemuiden-Hasselt werd geopend. Tegenwoordig wordt de door een motor aangedreven kabelveerpont vooral gebruikt voor woonwerkverkeer en door scholieren en toeristen. De huidige exploitant van de veerdienst is Connexxion. Door de teruglopende inkomsten zag dit bedrijf zich in 2010 genoodzaakt het aantal vaarten te verminderen en de tarieven te verhogen. Toch zouden de Genemuidenaren het veer voor geen goud willen missen.