De Arembergergracht

De turfvaart van Zwartsluis

Tijd van ontdekkers en hervormers

De Arembergergracht verbindt sinds 1560 Zwartsluis met de meren bij Giethoorn. De bedrijvigheid van de turfvaart van weleer heeft plaats gemaakt voor de relatieve rust van watersporters, fietsers, en schaatsers als het stevig heeft gevroren.
Joan de Ligne, Graaf van Aremberg, stadhouder van Friesland, Overijssel en Groningen sloeg twee vliegen in één klap toen hij tussen 1560 en 1564 op eigen kosten de Arembergergracht liet graven. De gracht was een aanzienlijke verbetering van de waterhuishouding van de streek, maar hij had er zelf ook financieel voordeel bij. Van Aremberg verdiende veel geld met de turfwinning in het Land van Vollenhove. Turf nam als brandstof hoe langer hoe meer de plaats in van hout, een product dat door grootschalige ontbossingen schaars was geworden. Voor het vervoer van de turf was een goede verbinding met Zwartsluis nodig. Omdat Van Aremberg talrijke landerijen in 't Hoge Moer tussen Zwartsluis en het Giethoornse Meer bezat, kon hij de gracht grotendeels over zijn eigen grondgebied laten aanleggen.
Er waren twee sluizen nodig om de verschillen in waterniveaus te regelen: één bij de toegang van het Zwarte Water bij Zwartsluis en één in de Veneweg. Bij deze sluizen werden vaste bruggen aangelegd, die zo laag waren dat alleen kleinere schepen er met gestreken mast doorheen konden varen. Dit voorkwam dat Zwartsluis een te grote concurrent werd van Blokzijl, een stad die ook belangen had in de turfvaart.

Verwoesting en herstel

Graaf van Aremberg heeft niet lang kunnen genieten van zijn gracht. In 1568, aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog, kwam hij om het leven bij de slag van Heiligerlee. Zijn weduwe vroeg de Ridderschap en Steden van Overijssel de zorg voor de gracht over te nemen. Maar al gauw gooiden de oorlogsomstandigheden roet in het eten. Spaanse en staatse troepen maakten het Land van Vollenhove onveilig. Ze vernielden onder andere de sluis aan de Veneweg. Nog erger werd het toen in de jaren tachtig dijkdoorbraken langs het Zwarte Water voor overstromingen zorgden. De herstelwerkzaamheden, waaronder de aanleg van nieuwe sluizen aan de Veneweg en bij Zwartsluis, duurden tot het begin van de 17de eeuw. In deze periode verkochten de erfgenamen van de Graaf van Aremberg hun bezittingen aan een aantal welgestelde particulieren.

Spin in het web

Samen met het Meppelerdiep en het Zwarte Water is de Arembergergracht van grote betekenis geweest voor de economie van Zwartsluis. Het dorp werd de spin in het web voor de turfvaart op Friesland, Drenthe en Holland. De turf uit Drenthe en het Land van Vollenhove werd in Zwartsluis overgeladen in grote zeewaardige potschepen. De turfvaart zorgde ook voor de opkomst van de kalkovens en scheepswerven.
Meer dan 2 eeuwen lang bleef de vaart op de Arembergergracht voorbehouden aan kleine schepen, want de vele pogingen de vaste bruggen te vervangen door ophaalbruggen mislukten elke keer weer. Pas in 1826 slaagden de eigenaren erin toestemming van Gedeputeerde Staten te krijgen voor het bouwen van een ophaalbrug. Later was de behoefte aan een ophaalbrug er niet meer zodat er opnieuw een vaste brug kwam. Toen in de 20ste eeuw steeds minder schepen de sluizen passeerden, verkochten de particuliere eigenaren hun bezittingen en rechten op de Arembergergracht aan de provincie Overijssel.