Juist tegenstellingen horen bij Nederland

Het voorstel voor een canon kwam op het juiste moment. Want Nederland is op zoek naar zijn verleden, en volgens sommigen - met name politici - is de tijd aangebroken om vooral ook weer trots op dat verleden te durven zijn. Toch hoort Piet de Rooy pertinent niet tot die nieuwe 'patriotten'. Hij heeft andere motieven.

...

'Ik pleit al jaren voor een ander soort geschiedenisonderwijs op de scholen, vanaf de basisschool. Hoofdlijnen moeten weer belangrijk worden, het onderwijs ging over teveel en was daardoor onoverzichtelijk, te veel ook gericht op 'thema's'. Ik vroeg me af: hoe kun je al die leerlingen, van wie zestig procent naar het vmbo gaat. helpen om het verhaal van Nederland beter te onthouden? Door het overzichtelijk te presenteren, in tien tijdvakken, met vaste, beeldende titels. Niet de 'Verlichting', maar 'tijd van pruiken en revoluties' - dat gaf eerst wel weerstand. Veel historici vergeten dat je in het onderwijs aan intelllectuele begrippen niet zoveel hebt, Leerlingen denken bij het woord 'Verlichting' dat het licht aanging.' In 2001 deed de commissie-De Rooy, waarvan hij voorzitter was, aan de overheid de aanbeveling voor deze nieuwe aanpak van het geschiedenisonderwijs. Die wordt in 2007 ook werkelijk ingevoerd, compleet met boeken en examens. 'De canon is in feite de eerste, concrete invuloefening van die tien tijdvakken', zegt Piet de Rooy. Maar hij had ook nog andere motieven om een canon te formuleren. Ik volg ook het debat over de integratie. Allochtonen stellen de terechte vraag waarin zij moeten inburgeren. Waar staat Nederland voor? Ik vond de antwoorden tot nu toe niet overtuigend. En heb toen gedacht: niet zeuren, doe zelf dan iets. Dat is deze canon. Dit zijn denk ik de inzichten over het verleden die nieuwkomers zouden kunnen delen.' Aan die nieuwkomers zal professor De Rooy niet vertellen dat ze trots moeten zijn op hun nieuwe vaderland. Dan geef je het meteen een politieke context. Je kunt je wel veroorloven om trots te zijn op onderdelen van het verleden van Nederland - denk alleen al aan de uitvindingen in de Gouden Eeuw -maar er zijn ook minder fraaie episodes geweest. Het verleden mag niet eenzijdig omarmd worden. Neem de Tachtigjarige Oorlog. We zien het momenteel graag als een vrijheidsoorlog, het moment dat we 'Nederlanders werden'. Dat kan zo zijn, maar het was in de praktijk vooral óók een burgeroorlog tussen twee bevolkingsgroepen. Nederlanders, al kon je zo toen nog niet noemen, vochten tegen Nederlanders. Ik geloof sowieso niet in morele oordelen over de geschiedenis. Ik zie er geen winst in. Bewust is de tekst van de canon heel neutraal, zelfs flets. Als historicus moet ik vooral met een koel oog analyseren wat er in een bepaalde periode is gebeurd. Als een chirurg.'

...

In zijn boek 'Republiek van Rivaliteiten' schetst [De Rooy] hoe er meer periodes zijn geweest waarin het beroemde Nederlandse compromismodel veel, veel energie kostte. 'De schoolstrijd heeft in België doden gekost, hier niet. Dankzij veel overleg is het net goed gegaan. We zijn in de loop der jaren vooral het resultaat gaan benadrukken: de vrijheid van onderwijs. Maar daarbij hoort ook de notie dat er destijds wel degelijk harde botsingen aan vooraf zijn gegaan. Al die eeuwen was Nederland dus goed in het beteugelen van de tegenstellingen, aan het omgaan met grote verschillen tussen bevolkingsgroepen. Die ervaring is echter onlangs verloren gegaan. Dat is verbluffend snel gegaan. Vanaf de jaren zestig werden opeens alle Nederlanders gelijk, ledereen was bezig van zijn geloof te vallen, iedereen werd een beetje rijker dan zijn ouders, de sociale verschillen vlakten sterk af, mannen en vrouwen werden gelijk. Nu door immigratie nieuwe bevolkingsgroepen zijn gearriveerd, hebben we die eeuwenlange ervaring in het omgaan met verschillen weer hard nodig. Maar we zijn het verleerd.' [...] 'Met instemming citeer ik CDA-minister Donner, die begrijpt dat integratie betekent: het vermogen om beter om te gaan met verschillen. Hij wees er onlangs nog op dat de democratie niet is uitgevonden voor een samenleving waar iedereen het met elkaar eens is, maar juist voor de situaties waarin we het niet eens zijn. Kijk, dat is historisch besef. Maar misschien moetje in dit historieloze land uit de traditie van de Afscheiding van 1834 stammen, zoals Donner, om daarover nog te beschikken.'

Trouw - Verdieping