Nijverheid

De Zandhaas vecht eeuwig voor wind

Tijd van ontdekkers en hervormers

Molen de Zandhaas in Santpoort-Noord ziet er fris en schoongeborsteld uit. Het is al de vierde molen op deze plek. Al in de veertiende eeuw stond hier een molen die diende als belangrijke economische motor van het gebied Brederode.

Topper

De Zandhaas is met meer dan een miljoen omwentelingen per jaar een topper in het rijtje van meest actieve molens in Nederland. Bij een stevige bries zorgen de wieken voor het malen van meel, dat in de eigen winkel over de toonbank gaat.

De geschiedenis van de molen gaat ver terug tot in de Middeleeuwen. Weliswaar is de huidige Zandhaas gebouwd in 1779, al in de veertiende eeuw stond rond deze plek een molen behorend bij de heerlijkheid Brederode. Een molen was in die tijd van wezenlijk belang voor een gebied zoals Zuid-Kennemerland waarin alles draaide om hardwerkende boeren en een paar handwerkslieden.

Windmotor

Molens waren 'industriële motoren' in een tijd dat alles nog met mens- of dierkracht moest worden aangedreven. De heer van Brederode bezat het windrecht en dat legde hem geen windeieren. De molenaar was verplicht een zestiende deel van alles wat hij maalde aan de heer van Brederode af te staan. Omgekeerd had de molenaar ook een voordeeltje, want iedereen moest door de zogeheten molendwang zijn graan bij hem laten malen.

In de loop der eeuwen hebben er rond deze plaats verschillende molens gestaan. Zo was er een zogeheten standerdmolen die tijdens de Tachtigjarige Oorlog in de zestiende eeuw werd verwoest. Vrij snel daarna kwam er een nieuw exemplaar, waarna deze standerdmolen in 1714 plaatsmaakte voor een zogeheten grondzeiler die bij verkoop in een akte voor het eerst als 'de Zandhaas' werd aangeduid.

Slechte windvang

De molenaars kenden steeds het probleem van slechte windvang: er komt niet genoeg wind om de wieken fors te laten draaien. De slechte windvang leidde in 1779 tot de bouw van de huidige, hoger gelegen stellingmolen zoals nu aan de Wüstelaan staat. Maar de windvang blijft de molenaars parten spelen doordat de bomen van de nabijgelegen buitenplaatsen groter worden.

De wind is de grootste vriend van de molenaar, maar tevens zijn grootste vijand. Uit die tijd stamt ook de volgende volkswijsheid: Krimpende winden en uitgaande vrouwen zijn niet te vertrouwen. Ook nu heeft de huidige molenaar Jos Kors problemen met het gebrek aan wind. De bomen van de naburige tuinen zijn in de jaren dat hij molenaar is al een stuk groter geworden. Ook het hoge groen in het Burgemeester Rijkenspark zorgt ervoor dat de wieken niet zo snel draaien als hij het liefste zou zien. Bij minder dan windkracht 3 is er niet voldoende aandrijfkracht om de maalstenen te laten draaien.

Trekpleister

Santpoort heeft een liefdesrelatie met de molen, die een belangrijke trekpleister is van het dorp en jaarlijks 40.000 bezoekers heeft. Al menigmaal sprong de Santpoortse bevolking in de

bres als de molen dreigde te worden aangetast. Al in 1938 kwamen de dorpelingen in opstand tegen de aftopping van de molen. Door aftopping zouden de wieken eraf worden gehaald. De mechanische maalderij voor meel, al geïnstalleerd in de jaren twintig, zou gehandhaafd blijven.

De amputatie van de Zandhaas ging gelukkig niet door doordat de dorpelingen de benodigde 1300 gulden bijeen wisten te brengen om de molen intact te laten. Dankzij de bliksemactie van de Vereeniging Santpoorts Bloei werd de molen van de ondergang gered.

In de twintigste eeuw zijn vele molens verdwenen maar Velsenaren hebben een warm hart voor het karakteristieke gebouw. In 1957 kreeg de gemeente de molen in eigendom met de intentie de wieken van de molen draaiende te houden. Nu een gangbare opvatting maar voor die tijd was dat een vooruitstrevend idee.

Nadat een plan voor een groot maalbedrijf rond de molen sneuvelde, liet de gemeente de molen ingrijpend restaureren. Het was de eerste restauratie in een lange reeks. Om de molen in volle glorie te herstellen kwam de Stichting Korenmolen De Zandhaas in het geweer.

Productief

Dankzij haar werk verbeterde de conditie van de molen, waardoor er momenteel heel wat graan voor gezond bruin brood in de molen wordt gemalen. In 2008 werd er 125.000 kilo graan verwerkt, waarvan het grootste deel naar de thuisbakkers gaat hoewel enkele bakkers uit de regio ook meel van de molen blijven afnemen.

Op dit moment zijn er drie partijen verantwoordelijk voor het monument. De gemeente neemt als eigenares het groot onderhoud voor haar rekening, de Stichting het klein onderhoud en molenaar Jos Kors is als gebruiker verantwoordelijk voor de maalderij.

Het malen van meel zorgt voor nogal wat stof en dat levert het nodige werk op in de molen die er van binnen spic en span uitziet. Op elke verdieping staan dan ook stofzuigers die door Jos Kors vaak worden gebruikt. Als gebruiker heeft hij ook een winkeltje in de molen gevestigd waar mensen onder andere terechtkunnen voor meel voor hun eigen broodbakmachine.

In de jaren negentig deed dit apparaat zijn intrede in Nederlandse keukens en sindsdien verkoopt molenaar Kors veel meer meel aan particuliere klanten. Er is in de loop der eeuwen voor de molenaar eigenlijk niet zoveel veranderd. Hij leeft van de wind en dankzij de thuisbakkers verdient hij zijn brood.