Bewoning op de Bergakker

Archeologische vondsten

Tijd van jagers en boeren

Aan het eind van de voorlaatste ijstijd, het Saalien van ongeveer 150.000 jaar geleden, stuwde het ijs uit het noorden de grond hoog op. Zo ontstonden de stuwwallen van de Sallandse Heuvelrug en de Veluwe. Daartussen lag een gletsjer die het IJsseldal gevormd heeft. Later werden grote stromen smeltwater door deze vallei afgevoerd. Zandverstuivingen zorgden voor afzetting van dekzandlagen en de vorming van dekzandruggen. Zo ontstond tussen de Sallandse Heuvelrug en de Veluwe een licht geaccidenteerd landschap. Toen het klimaat opwarmde, raakte het open landschap bebost en vestigden er zich de eerste bewoners, met name in de omgeving van Deventer.

Boerderijplattegronden

De eerste aanwijzing van bewoning in Bathmen is een vuurstenen werktuig uit de periode van 5.000-4.000 jaar voor Christus, gevonden op de Bergakker in 1995. De opgraving leverde ook sporen op van twee (incomplete) boerderijen. De kleinste boerderij dateert uit ongeveer 100 jaar na Christus. Deze boerderij werd doorsneden door een waterput die bij een grotere en later gebouwde boerderij hoorde. De waterput was opgebouwd uit rechtopstaande eikenhouten balken die samen een vierkant vormden. Onderzoek wees uit dat de boom waarvan de balken gemaakt waren in de zomer van het jaar 173 na Christus was gekapt. Bij latere opgravingen op de Bathmense Enk tussen de Woertmansweg en de Deventerweg is ook een boomstamwaterput gevonden.

IJzerproductie

Belangrijk was ook de vondst van drie hutkommen (kleine ingegraven werkplaatsjes), twee meilerkuilen (kuilen waarin hout werd verbrand tot houtskool) en de vondst van een ijzersmeltoven op de Bergakker. In de smeltovens werd moerasijzererts (oer) gesmolten dat in de directe omgeving van Bathmen gevonden werd. Ook nu nog zie je pasgeploegde akkers aan de Baarhorsterdijk en tussen de Schoolderbrug en Loo die bruinrood gekleurd zijn van het ijzeroer. Allerlei voorwerpen zijn er gevonden: spijkers, twee mantelspelden (fibulae), smalle reepjes koper, fragmenten van smeltkroesjes en delen van gietmallen. In sommige daarvan was nog duidelijk de contra-afdruk van het te gieten voorwerp herkenbaar. Zo waren er mallen voor gespen, voor versierde haarspelden en voor riembeslag. Er zijn twee bronzen voorwerpen opgegraven. Het ene is een beslagstuk van een paardentuig dat in verband gebracht wordt met Romeinse hulptroepen uit de tweede of derde eeuw. Eén keer eerder is in Overijssel zo'n stukje opgegraven. Het andere voorwerp is een bronzen ketel die in één van de hutkommen werd gevonden. Na restauratie bleek het een prachtige bronzen ketel te zijn waarvan de rand verstevigd is met een ijzeren band waaraan een ijzeren hengsel bevestigd is. De ketel is het eerste complete exemplaar uit de 2de of 3de eeuw na Christus dat in ons land gevonden is. In de nederzetting op de Bergakker woonden dus niet alleen boeren, maar ook vaklieden. Omdat ook in andere delen van Salland dezelfde vondsten zijn gedaan, moet men vaststellen dat wat nu de Bergakker heet, deel uitmaakte van een rijk "industriegebied" uit de 4de eeuw na Christus.