De uitleenbibliotheek van Hendrik Scheurleer

Aandacht voor opvoeding

Onder invloed van internationale, door 'het verstand' of 'de menselijke rede' verlichte denkbeelden over mens en samenleving, werd in de 18e eeuw steeds meer aandacht aan de ontwikkeling van het individu geschonken. Pedagogiek of opvoedkunde werd een erkende wetenschap, waarover door verlichte auteurs veel werd geschreven. (Zoals bijvoorbeeld door de bekende Jean Jaques Rousseau, die in zijn 'Emile, ou l'éducation' [1762] overtuigend over opvoeding wist te schrijven, maar zijn eigen kinderen te vondeling legde …) Holland was voor de verspreiding van verlichtingsgeschriften zeer belangrijk, want omdat de vrijheid hier naar verhouding groot was, waren hier tal van op Europese schaal opererende uitgevers, drukkers en boekhandelaren actief. Daarom werd Holland in de 18e eeuw wel 'de drukpers van Europa' genoemd. Belangrijke Verlichtingsauteurs kwamen hier naar toe om hun werk te laten drukken en 'vrijheidslucht' in te ademen.

Verlichting: beschaving en ontwikkeling

In dit klimaat groeide vooral onder de opkomende burgerklasse de belangstelling voor ontwikkeling van 'de rede' - het 'gezond verstand' - dat de samenleving naar een hogere trap van beschaving en ontwikkeling moest brengen. 'Kennis is deugd' was in deze tijd een veelgehoorde uitspraak. In een 'beschavingsoffensief' zouden zoveel mogelijk mensen met de nieuwe verlichtingsliteratuur in aanraking moeten worden gebracht.

De eerste bibliotheek

Vanuit deze denkbeelden opende de Haagse boekhandelaar Hendrik Scheurleer in 1757 de eerste Nederlandse 'leesbibliotheek'. Deze was aanvankelijk gevestigd aan de Prinsengracht, maar verhuisde al na een jaar naar een 'Salle Publique' aan het Buitenhof. Boeken waren hier niet alleen te koop maar ook, tegen betaling, te leen. Deze actieve bevordering van individuele ontwikkeling zou veel navolging krijgen. Eerst vanuit burgerkringen, zoals de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (1784), maar al gauw ook vanuit de overheid die de ontwikkeling van 'het volk' al in de eerste Grondwet (1798) tot een belangrijke taak verhief. De eerste minister voor onderwijs en cultuur heette niet voor niets 'Agent van Nationale Opvoeding'. Nog in hetzelfde jaar 1798 besloot de regering om de bibliotheek van de gevluchte stadhouder Willem V tot Nationale Bibliotheek om te vormen. Dit was het begin van de huidige Koninklijke Bibliotheek.

In historisch perspectief kan de 'leesbibliotheek' van Scheurleer worden gezien als een eerste stap in de richting van het huidige bestel van openbare bibliotheken.