Vjeans woordenboek

Waver stroek en waver bos, waveral waverhen

Tijd van televisie en computers

In 1968 promoveerde de Vroomshoper Hendrik Entjes aan de Universiteit van Munster in Westfalen op de taal van het dorp Vriezenveen. Met zijn proefschrift Die Mundart des Dorfes Vriezenveen in der niederländischen Provinz Overijssel behaalde hij zijn doctorstitel in de taalkunde. Het jaar erna bracht hij het eerste deel van het Vriezenveens woordenboek uit, dat helaas geen vervolg kreeg. Later was Entjes werkzaam aan het Nedersaksisch Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen en werd hij opvolger van de Neerlandicus en dialectoloog prof. dr. K. Heeroma.

Twents

Het dialect van het dorp Vriezenveen neemt een bijzondere plaats in binnen het Nedersaksisch taalgebied. De bijzondere status van het Vriezenveens, of Vjeans zoals de Vriezenveners zeggen, komt vooral tot uiting in een paar eigenaardige klanken. Zowel met het Twents, het Sallands als het Westfaals heeft de moedertaal van de Vriezenveners raakvlakken. Volgens sommige taalgeleerden is het Vriezenveens een zeer oorspronkelijke vorm van het Twents. De spraak kon door de sterk geïsoleerde ligging van Vriezenveen gedurende vele eeuwen bewaard blijven.

Fries

Anderen hebben de taal als een vermenging van Fries met veel Twentse elementen beoordeeld. Net als het Fries heeft het Vriezenveens weliswaar stijgende tweeklanken, maar in andere gevallen. De naam Friezenveen zou ook in Friese richting kunnen wijzen, maar met Friezen werden vroeger over het algemeen mensen uit noordelijke streken aangeduid. De ee, de oo en de eu uit het Twents zijn gediftongeerd. Er is dan sprake van dalende of stijgende tweeklanken. Zoals "niet", dat in het Twents "neet" is en in het Vriezenveens "neit". Ook "goed", dat in het Twents "good" is en in Vriezenveen "goud". En "groen" klinkt in het Twents als "greun" en in Vriezenveen als "gröun". Stijgende diftongen zijn "ljaeven" voor leven, "bwaven" voor boven en "waver" voor over. Juist die stijgende diftongen doen sterk denken aan het Westfaals.

Westfaals

Een andere bijzonderheid is de verdonkerde a in woorden met "an" en "on". De r is voor een medeklinker veranderd in een j, een verschijnsel, dat we in het westen van het land kennen als de "Gooise r". Dat hoor je bijvoorbeeld in "kerk", dat in Twente "karke" heet en in het dialect van Vriezenveen "kaike". Of in het woord "werk", dat in Twente "wark" wordt genoemd en in het Vjeans wordt uitgesproken als "waik". W. de Vries (1927) was de eerste die erop wees dat de bijzondere kenmerken van het dialect veel meer Munsterlands/ Westfaals zijn. Typisch is dan wel weer, dat de verkleinwoorden meer lijken op het Sallands dan op het Twents. En ook bij de woorden voor huis en hondje zijn er meer overeenkomsten met het Sallands.

Waver 't Vjenne

Het Vjeans is herhaaldelijk het voorwerp van studie geweest vanwege het sterk afwijkend taalgebruik in relatie tot haar omgeving. Zelfs binnen de voormalige gemeente Vriezenveen doen zich al grote verschillen voor. In Westerhaar-Vriezenveensewijk bepalen vooral Friese, Drentse en Sallandse invloeden de spraak. In Aadorp waren het vooral Drents en stedelijk Twents, die werden gesproken door de oorspronkelijk bevolking. Ook het dialect van de Vriezenveners ontkomt niet aan slijtage. Het wordt tegenwoordig steeds minder gesproken, laat staan geschreven. In de jaren vijftig ontstond er rondom de eerder genoemde Hendrik Entjes een groep die zich de "Vreande van de Vjennesproake" noemde. De enige vorm van aandacht krijgt het dialect van Vriezenveen nog in het kwartaalblad Waver 't Vjenne van de Vereniging Oud Vriezenveen en in de Bodbreef van de Kreenk vuur de Twentse Sproake.