Stien Eelsingh

Schilders in Staphorst

Tijd van televisie en computers

In het begin van de jaren veertig heeft Stien Eelsingh zich in Staphorst gevestigd, na een opleiding aan de Rijksacademie en een korte carrière in het Amsterdam van de jaren dertig. Zij kende Staphorst al van vóór de oorlog en was erdoor geboeid geraakt. Voor f 100,‒ per jaar huurde ze, samen met haar in Meppel geboren man Roelof Frankot, een boerderij aan de Oude Rijksweg, niet ver van De Hoek. Daar, in wat later de Witte Boerderij zou worden, werd in 1944 hun dochter Margreet geboren. Het gezin leefde in armoede, want schilderijen wist Stien nauwelijks te verkopen en het werk van haar man, ook kunstschilder en tevens foto-retoucheur, leverde evenmin veel op. Ondertussen leerden Stien en de Staphorsters elkaar kennen en waarderen. "Ze begrepen waarschijnlijk niet helemaal wat ze deed, maar ze werkte in ieder geval", vertelde haar dochter later. Ze schilderde niet alleen, maar ze gaf ook les, aan volwassenen en kinderen en had daarmee veel succes. Toch bleef het sappelen. Maar de buurt hielp de stoere, kettingrokende, warme en betrokken en ook kwetsbare vrouw in haar financiële nood. Staphorst werd voor haar steeds meer een bron van inspiratie. Vele tientallen portretten, interieurs, stillevens, scènes op het land ‒ olieverven en gouaches vooral ‒ getuigen daarvan. De Witte Boerderij werd vermaard als een kunstzinnig centrum waaraan vele nationale bekendheden ‒ Simon Carmiggelt, Luc Lutz, Hetty Blok, Rob van Reijn, Paul van Vliet, Johan Fabricius en anderen ‒ een bezoek brachten en waar ook culturele avon-den werden gehouden. De arts Herman Schönfeld Wichers, later bekend als de schrijver Belcampo, logeerde in het begin van de jaren vijftig zelfs een jaar bij Stien, terwijl hij dokter Beiboer assisteerde in diens praktijk. Stien was toen, tot haar ontzetting, net verlaten door Roelof Frankot. Juist in die tijd werd bij haar borstkanker geconstateerd en daarna ging het, terwijl haar naam en faam naar een hoogtepunt stegen, met haar gezondheid bergafwaarts. Op 17 november oktober 1963 werd zij benoemd tot ridder in de orde van Oranje Nassau. Hoewel de ziekte haar op de hielen zat, was dit een hoogtepunt in haar leven. 7 maanden later, op 18 juni 1964, overleed ze. "De schilderes van Staphorst was niet meer."

Voorgangers

Sluijters was zeker niet de eerste die Staphorst en Rouveen, of IJhorst, verbeeldde. Cornelis Pronk tekende al in 1732 de plaatselijke kerken. Bekend zijn ook het schilderij van een koestal door Hendrik Gerard ten Hoet uit 1888 en een olieverf van een kraambezoek van de hand van Otto Karl Kirberg, vermoedelijk uit dezelfde tijd. Eduard Frankfort schilderde rond 1900 verschillende binnenhuizen met figuren. De Hattemse schilderes Jo Koster arriveerde in het voorjaar van 1900 in Staphorst en verbleef er geruime tijd. In haar oeuvre neemt het dorp een belangrijke plaats in.
In de zomer van 1915, en daarna ook nog in 1916, verbleef de Amsterdamse kunstschilder Jan Sluijters met zijn gezin in Staphorst. Hij woonde er mogelijk in het Heerenlogement, zoals café Dijkstra aan de Oude Rijksweg ook wel heette, of in een gehuurde boerderij. "Hij maakte er talloze schetsen, aquarellen, studies van markante boeren- en boerinnenkoppen, van boeren in klederdracht, boerderijen en begroeiingen langs de weg", schrijft zijn biograaf over deze Staphorster periode. De dorpsweg, "de diek", is in een aantal composities te zien. In 1916 exposeerde Sluijters in de Larensche boekhandel in Amsterdam 25 schilderijen, merendeels van expressionistische signatuur. Het beeld dat hij met zijn Staphorster doeken opriep, was niet direct positief, maar hij zette het dorp wel op de artistieke kaart.

In de laatste halve eeuw

In de laatste ½ eeuw vond nog steeds menig kunstenaar of kunstenares de weg naar Staphorst. Henk Lassche bijvoorbeeld werkte er enige tijd als huis- en decoratieschilder. Hij vond daar ook de inspiratie voor sommige van zijn vroege werken, zoals het olieverf op doek uit 1980 "Kerkgang Staphorst". Meppeler Frans van der Veen trok in 1987 naar IJhorst en liet zich inspireren door het landschap tussen Staphorst en Reest. Joke Plomp had als burgemeestersvrouw rond de eeuwwisseling volop gelegenheid de Staphorster vrouwen te observeren, die dan ook regelmatig te vinden zijn in haar aquarellen. Ina Kuik maakte naam met haar schilderijen van het Reestdal. De huisschilder Sjoerd Dijkstra maakte tot zijn dood in 1987 tientallen olieverfschilderijen van typerende boerde-rijen. De in Staphorst geboren Jan Schra ten slotte begon al op jeugdige leeftijd met schilderen en ontwikkelde als autodidact een omvangrijk en gewaardeerd oeuvre.