Molen De Leyen

Leven met wind en water

Tijd van burgers en stoommachines

Verschillende molens

Landbouw is altijd belangrijk voor de gemeente Staphorst geweest. Daarom kon je eeuwen geleden al verschillende soorten wind- en watermolens in de gemeente vinden. In die molens werd bijvoorbeeld boekweit, gerst, rogge, haver en maïs gemalen, olie geslagen uit lijn- en koolzaad en hout gezaagd.

Gezelligheid

Alle boeren uit de omgeving kwamen naar de molen om hun graan te laten malen. Tijdens het wachten wisselden de boeren de laatste nieuwtjes uit. Als het graan gemalen was, ging het meel naar de bakker. Die bakte er lekkere broden van.

Molens bouwen

In januari 1854 was er grote paniek in Rouveen. De molen van Jan Mulder brandde af! Zo snel als hij kon, liet Jan op de puinhopen van de oude molen een nieuwe bouwen. Molenaars waren altijd bang voor brand in de molen. Een klein vonkje, of een blikseminslag was genoeg om een houten molen in vlammen te doen opgaan. In 1854 bouwden Hendrik de Weert en Jan ter Haar beide ook een molen in de gemeente Staphorst.

Nieuwe uitvindingen

De uitvinding van de stoomkracht en later de elektromotor zorgden voor het einde van de molens in de gemeente Staphorst en de rest van Nederland. Door stoomkracht en elektriciteit kon de molenaar de molen zonder wind laten draaien. Langzaam verdwenen de windmolens en de molenaars. In Staphorst is één molen bewaard gebleven: de molen De Leyen, die Hendrik de Weert in 1854 liet bouwen.