De Heetense zuivelfabriek

Vertraagde industrialisatie

Tijd van wereldoorlogen

Aan de Dorpsstraat in Heeten staat een prachtig voorbeeld van agrarisch erfgoed: de fabriekspijp van de oude melkfabriek. Hoewel niet meer in gebruik, getuigt deze van de ondernemingszin van de Heetense boeren, die in 1915 besloten een coöperatieve zuivelfabriek op te richten. De eerste melk werd in januari 1917 verwerkt. Melkfabriek De Vooruitgang was de eerste fabriek in Raalte en omgeving. Een half jaar later volgde de coöperatieve stoomzuivelfabriek De Hoop in Raalte, nadat de particuliere zuivelfabriek van Kingma zijn activiteiten had gestaakt. Tot dat moment maakten boeren nog zelf boter, die werd verkocht op bottermarkten in Raalte en omringende plaatsen. Fabrieksboter werd gemaakt volgens een door de overheid goedgekeurd procedé, en daarom voorzien van rijksstempel. Zulke boter mocht geëxporteerd worden, bijvoorbeeld naar Duitsland en Engeland, en leverde veel betere prijzen op dan boerenboter. Ondanks verzet van Sallandse boterhandelaren kwam de fabriek er toch. De eerste melk werd in de zomer van 1917 verwerkt. De Raalter botermarkt, waar in 1929 nog bijna 23.000 kg boerenboter werd verhandeld, sloot in 1933 (met nog maar 660 kg omzet).

Modernisering

In fabriek De Vooruitgang werd in 1939 bijna 10.000.000 kg melk verwerkt, in Raalte zelfs meer dan 15.000.000, waarmee het de grootste zuivelfabriek was in het werkgebied van de Kamer van Koophandel voor Salland (regio Deventer-Apeldoorn). Raalte telde op dat moment tussen de twintig en 30 medewerkers, Heeten tussen de tien en twintig. In de loop van de jaren vijftig werd de Raalter zuivelfabriek gemoderniseerd: stoom werd vervangen door modernere machines. De paarden voor de platte wagens waarmee de melkbussen bij de boeren werden opgehaald, werden vervangen door tractoren. In 1972 fuseerde De Hoop met de Heetense zuivelfabriek De Vooruitgang, waarna de HoVo ontstond. Melkbussen werden in die tijd vervangen door melktanks; de inhoud daarvan werd met vrachtwagens bij de boeren opgehaald. Nadat de HoVo was overgenomen door Coberco, sloot de Raalter zuivelfabriek in 1992. De Heetense fabriek De Vooruitgang legde zich de laatste jaren van haar bestaan met succes toe op de productie van kaas. Prima kaas, want in 1994 wonnen de Heetenaren tijdens het wereldkampioenschap in Amerika zelfs goud met oude Goudse kaas. Desondanks sloot ook dit onderdeel van zuivelgigant Coberco in 1996 de deuren.

Douma Deuren

Raalte stapte pas laat op de "trein der industrialisatie". In 1939 was slechts 1 procent van de totale beroepsbevolking in de gemeente werkzaam in de industrie. Ter vergelijking: in Deventer was dat zo'n 10%, in Olst zelfs 11%. In Raalte-dorp vestigde zich pas in 1928 een tweede industrie: Timmerfabriek Friesland, later bekend als Douma Deuren. Daar werkten in 1930 29 mensen, in de jaren zestig van de vorige eeuw ongeveer 70. De timmerfabriek werd opgericht door de Friese broers Jan en Feike Douma, afkomstig uit Oosterwierum. Opmerkelijk detail: in de jaren dertig richtte Douma een eigen fanfarekorps op, genaamd Kunst na Arbeid, dat later opging in de Raalter muziekvereniging Sint Caecilia. De oprichters, "Baas Jan" en "Baas Feike", zoals zij door het personeel werden genoemd, overleden in respectievelijk 1963 en 1968. Hun zonen, respectievelijk de neven Sip (die in 2007 overleed) en Piet Douma, hadden het bedrijf al in 1962 overgenomen. Het familiebedrijf maakte allerlei producten, zoals kasten, keukens, ramen en kozijnen. Uiteindelijk volgde specialisatie in deuren. In april 2000 verloor het bedrijf zijn zelfstandigheid toen het werd overgenomen door de Doorwin Groep.

Beaphar

In de tweede helft van de 20ste eeuw probeerde Raalte de achterstand op het gebied van industralisatie zo snel mogelijk in te lopen. De ene fabriek na de andere opende de deuren. Industrieterreinen schoten als paddenstoelen uit de grond. Grootste bedrijf aan het begin van de 21ste eeuw in Raalte is Beaphar, één van de marktleiders in de wereld op gebied van vlooienbanden. Het Raalter familiebedrijf maakt diergeneesmiddelen en -benodigdheden, wereldwijd verkocht in meer dan 80 landen. Alleen al in Raalte werken ruim 200 mensen. Oprichter Bernard Aa begon in 1943 met een eenmansbedrijfje in instant-pudding, onder de naam Bea. Enkele jaren later bracht hij homeopathische producten voor huisdieren op de markt. Na enkele jaren werd de bedrijfsnaam Beaphar, een samenvoeging van "Bernard Aa Phar"(macie). In de jaren zeventig van de vorige eeuw nam zoon Henk Aa de directie over, en breidde het bedrijf zich gestaag uit. De ene na de andere overname volgde, zoals in 1997 van Bogena, ooit de belangrijkste concurrent in Nederland. 10 jaar later volgde de grootste overname tot nu toe: het Britse concern Sinclair, dat geneesmiddelen voor huisdieren produceert, inclusief een complete lijn producten voor aquariumvissen.

Rubberfabriek Hevea

Een andere belangrijke werkgever in Raalte is sinds april 1948 de rubberfabriek Hevea. Daar maakten zo'n 25 werknemers pantoffels, tennis- en gymschoenen. 2 jaar later was het personeelsbestand gegroeid tot maar liefst 230 werknemers en was Hevea de grootste industrie in de gemeente Raalte. In het begin van de jaren zestig begon de productie van de beroemde Hevea-laarzen, die werd overgenomen van de "moederfabriek" in Heveadorp. Toen werkten er in de 10.000 m² grote fabriek aan de Kanaalstraat OZ ruim 600 mensen. Er werkten ook Spanjaarden, de eerste Raalter gastarbeiders. In de jaren zeventig en tachtig, na een fusie met Vredestein (1977), volgden meerdere reorganisaties, waarbij het personeelsbestand werd teruggebracht tot circa 100. Hevea Raalte is sindsdien volledig gespecialiseerd op gebied van laarzen, in allerlei uitvoeringen. In 2002 verhuisde het weer zelfstandige bedrijf, dat samenwerkt met marktleider Dunlop, naar de Boeierstraat op het Raalter bedrijventerrein De Zegge.

Bedrijventerrein De Zegge

Veel Raalter bedrijven vestigden zich in de loop van de 20ste eeuw aan of in de buurt van het in 1858 geopende Overijssels Kanaal. In de hoek ten zuidoosten van het kanaal en de Almelosestraat, grenzend aan het café en latere zalencentrum De Leeren Lampe, ontwikkelde zich vanaf de jaren '70 een groot bedrijventerrein, genaamd De Zegge. Om de paar jaar volgde een nieuwe uitbreidingsfase. Op De Zegge VI is het grootste bedrijf het in 2010 geopende verscentrum van de C1000-supermarkten (voorheen Schuitema-Oost), dat samen met het oorspronkelijke distributiecentrum aan de Almelosestraat meer dan 400 medewerkers telt. De zevende en laatste fase van De Zegge, op grond van het failliet verklaarde pluimveebedrijf Te Wierik en van oud-wethouder Ben Haarman, grenst inmiddels aan het landgoed Schoonheten en biedt nog meer dan 20 ha ruimte voor bedrijvigheid.