Schoonheten

De Raalter havezaten

Tijd van regenten en vorsten

Overijssel kende vanouds veel edelmanshuizen of havezaten. Raalte telde er maar liefst vijf. Hiervan hebben alleen 't Relaer en Schoonheten de tand des tijds doorstaan. Beide panden zijn rond 1900 drastisch gemoderniseerd. De andere drie, de Hofstede, de Luttenberg en de Velner, zijn aan slopershamer ten prooi gevallen. De Hofstede zelfs nog in de jaren zestig van de 20ste eeuw, toen monumentzorg in onze cultuur al gemeengoed was geworden. Van de Hofstede en de Velner zijn nog resten van de gracht in het landschap terug te vinden. Van de Luttenberg zijn naast een gedeelte van een waterpartij, nog enkele bijgebouwen, waaronder het jachthuis, te bewonderen.

Politieke functie

De vijf havezaten zijn alle voortgekomen uit een al in de 14de eeuw bestaande boerderij die in de eerste helft van de 17de eeuw "adellijk zijn getimmerd" en door Ridderschap en Steden, de Staten van Overijssel, als havezate erkend. Het bezit van een havezate was tijdens de Nederlandse Republiek (1588-1795) van groot belang voor de Overijsselse adel om deel te kunnen nemen aan de provinciale politiek. De edelman moest aantonen dat de havezate met bijbehorende bossen en boerderijen een waarde had van tenminste 25.000 Carolusgulden, dat de familie van zijn vier grootouders al vóór 1622 als riddermatig op de landdagen op uitnodiging van de landheer waren verschenen en dat hij het protestantse geloof aanhing. Was de edelman in de Ridderschap opgenomen, dan bestuurde hij samen met vertegenwoordigers van de grote steden, Deventer, Kampen en Zwolle, de provincie. Dit bestuursorgaan werd Ridderschap en Steden genoemd en ging later op in onze Provinciale Staten. De bestuurlijke ambten, buiten die van de drie grote steden, waren in die tijd voorbehouden aan vertegenwoordigers van de adel. Zij leverden onder anderen de drosten van Salland, Twente en het land van Vollenhove of werden rentmeester van voormalige kloostergoederen zoals Sibculo en Albergen. Ook kon men namens de provincie worden afgevaardigd naar de Staten Generaal, of lid worden van een admiraliteit. De Bentincks van Schoonheten en de Van Ittersums tot de Hofstede (in Raalte) bekleedden daarbij veelal vooraanstaande posities. Om een grote staat te kunnen voeren waren de inkomsten uit deze ambten, naast de meestal geringe opbrengsten van het landgoed, van groot belang.

Statusverlies

Met de komst van de Fransen in 1795 was de rol van de adel vrijwel uitgespeeld. Het bestuur werd overgenomen door "het volk", de patriotten, onder het motto "Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap". De Ridderschap werd opgeheven en de lucratieve ambten gingen niet automatisch meer naar de adel. Het bezit van een havezate was dan ook niet meer van belang. Veel adel moest nu rondkomen van de opbrengsten van het landgoed. Het onderhoud van de weinig geriefelijke havezate viel velen steeds zwaarder. Veel adellijke families werden daardoor gedwongen hun bezit te verkopen, meestal voor sloop. Stenen brachten in de 19de eeuw immers veel geld op! Gelukkig heeft een aantal bezitters, met heel veel inspanningen en beperkte middelen, het hoofd boven water weten te houden, en kunnen wij thans nog genieten van de voormalige havezaten die bewaard zijn gebleven.

Schoonheten

De meest aanzienlijke en exemplarische havezate van Raalte is Schoonheten. Deze havezate in de buurschap Heeten is opmerkelijk genoeg altijd in handen van dezelfde familie gebleven. In 1633 verzocht Henric Bentinck tot Werkeren aan de Staten van Overijssel de Hof te Wormgoor, die in 1382 al werd genoemd, voor havezate te erkennen. Dit werd toegestaan mits het huis "adellijk werd getimmerd" en van een gracht werde voorzien. Uiteindelijk is er voor gekozen niet de Hof te verbouwen, maar een geheel nieuw, eenvoudig adellijk huis te bouwen. Het huis is, op een aantal kleine aanpassingen na, tot 1893 geheel intact gebleven. In dat jaar werd het huis voorzien van een tweede verdieping en kregen de voor- en zijgevels een geheel nieuwe, Victoriaanse uitstraling. De wit gepleisterde achtergevel laat nog sporen van de oudste bebouwing zien.