De Afscheiding

De Gereformeerde Kerk

Tijd van burgers en stoommachines

Sinds de Hervorming was de Nederduits Gereformeerde Kerk de officiële publieke kerk in Nederland, die vanaf 1816 de Nederlandse Hervormde Kerk werd genoemd. Maar de eenheid van de kerk stond onder druk. In oktober 1834 ondertekenden de Ulrumse predikant Hendrik de Cock en verschillende aanhangers een "acte van afscheiding en wederkeering". Zij wensten eerherstel en handhaving van de Dordtse Kerkorde van 1618 en noemden zich leden van de "ware Gereformeerde Kerk". De overheid weigerde aanvankelijk de nieuwe kerk te erkennen. De afscheiding kreeg ook in Nieuwleusen voet aan de grond. In december 1835 preekte dominee Anthony Brummelkamp, op doorreis in Nieuwleusen, voor een groep "seperatisten of afgescheidenen". Kort daarop schreef een groep van twintig mannen, vijftien vrouwen en 48 kinderen in een brief aan dominee H.J. Wolderink dat ze zich afscheidden van de Nederlandse Hervormde Kerk.

Emigratie

Op 18 april 1836 installeerde dominee Brummelkamp de gekozen kerkenraad van de Christelijke Afgescheiden Gemeente. In 1844 werd dominee J. Schuurman bevestigd als eerste predikant van de gereformeerde gemeente Dalfsen-Nieuwleusen. In zijn woonhuis aan het Westeinde hield de gemeente tot 1869 haar kerkdiensten. Vooral in de beginperiode werden de Afgescheidenen achtervolgd en gemolesteerd. Op 3 april 1847 emigreerden achttien personen uit Nieuwleusen naar het Amerikaanse Michigan, waar ze zich bij de kolonie van Ommer predikant Van Raalte voegden. Later volgden meer emigranten die in Amerika een betere toekomst met meer vrijheid van godsdienst hoopten te vinden.
In 1868 werd Harm Klaas Talen de eerste predikant van de Gereformeerde gemeente van Nieuwleusen zonder dubbelfunctie met Dalfsen. Hij schreef: "De plaats der samenkomst was daar achter in een boerenhuis hetwelk daartoe wat ingericht was, waar ik en mijn vrouw in het woonhuis woonden." Talen was de motor achter de bouw van de gereformeerde kerk aan in de Kerkenhoek, die op 10 oktober 1869 in gebruik werd genomen. In 1940 werd aan de Burgemeester Backxlaan een veel grotere kerk met pastorie in gebruik genomen, die later de naam Ontmoetingskerk kreeg. De oude kerk werd verkocht aan transportbedrijf Westerman en in 2001 afgebroken om plaats te maken voor appartementen.

Scheuringen en fusies

Aan het einde van de 19de eeuw deed zich opnieuw een scheiding voor binnen de Hervormde Kerk. Sympathisanten van Abraham Kuyper, "de klokkenist der kleine luiden", stichtten in 1888 de Kerk van de dolerenden in Nieuwleusen, ook wel Christelijk Gereformeerde Kerk genoemd, met 39 belijdende leden. In 1890 deed H. Waterink er zijn intrede als oefenaar. Zijn in Nieuwleusen geboren zoon Jan Waterink (1890-1966) zou als buitengewoon hoogleraar pedagogiek grote bekendheid krijgen. In 1893 gingen de dolerenden weer samen met de gereformeerden.
In 1902 sloten opnieuw 21 leden zich aan bij de Christelijk Gereformeerde Kerken en bouwden aan het Westeinde 36 het Schuttenkerkje, genoemd naar de ouderling die de grond beschikbaar stelde. Na een schorsing door de classis Zwolle ging de gemeente in 1953 over naar de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland. In 1995 werd de gemeente opgeheven en in 2005 werd het kerkje verbouwd tot woonhuis.
Rond 1915 verenigde een groep uit Nieuwleusen, Staphorst en Rouveen zich in de Evangelisatievereniging Rehoboth. Zij organiseerden bijeenkomsten in de cichoreifabriek van Cleef en Stork aan de Dedemsvaart. In 1921 werd aan de Meeleweg 41 een kerkje gebouwd. Dat hield als Gereformeerde Bondskerk een regionale functie. De kerk telt nu 600 leden. De leden zijn niet meegegaan in de PKN-kerkenfusie van 2004, maar vormden met anderen de Hersteld Hervormde Kerk.
De komst van de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt in Nieuwleusen is het gevolg van de landelijke kerkscheuring binnen de Gereformeerde Kerk tijdens de oorlog. In 1946 volgde het Besluit tot vrijmaking van de Gereformeerde Kerk van Nieuwleusen. In 1949 werd dominee H. Scholte bevestigd en in 1950 volgde de ingebruikname van een eigen kerkgebouw aan de Burgemeester Backxlaan 335. Tegenwoordig komt de gemeente, die meer dan 700 leden telt, samen in De Voorhof, die in 1998 werd gebouwd aan Burgemeester Mulderlaan.