Schijndelse hopbellen

Grootste hopdorp van de Meierij

Tijd van regenten en vorsten

'Hopbellen', zo worden de inwoners van Schijndel genoemd. En niet zonder reden. Schijndel was het belangrijkste hopdorp in de Meierij. Hop bracht geld op. In 1755 kreeg Schijndel twee hopwagen. Daarmee werd de hop gewogen. Handelaren verkochten de hop in Holland, het Rijnland en Antwerpen. Maar wat is hop? En wat kun je er mee?

Hop

Hop is een snelgroeiende klimplant. Aan de plant groeien hopbellen. Dat zijn de bloemen van de hopplant. Nadat de hopbellen geplukt en gedroogd zijn, worden ze gebruikt bij het maken van bier. Hop zorgt ervoor, dat het bier een sterkere smaak krijgt en dat het gaat schuimen. Ook kan het bier langer bewaard worden wanneer er hop in verwerkt is.

Meierijse hopteelt

In Schijndel verbouwden inwoners in 1400 al hop. De boeren groeven op hun akkers kuilen en plantten daar in groepen van vier de hop. Daarna groeide de hop metershoog aan houten palen. Een Schijndelaar had in 1533 meer dan 10.000 hopkuilen op zijn land! Ook in Veghel en Sint-Oedenrode werd rond 1600 hop verbouwd. De Kartuizerhoeve in Olland had een veld met 1.000 hopkuilen. Als de hopbellen geplukt waren, werden ze gedroogd in speciale huisjes: eesthuisjes. Daarna kon je er bier mee brouwen of je kon de hop verkopen.

De hophandel

De hop die niet gebruikt werd in de bierbrouwerij werd verkocht. De meeste Meierijse hop werd verkocht aan dorpen en steden in wat we nu Duitsland noemen. Handelaren kregen een speciaal briefje waarop stond dat de hop "alhier door Meierij van den Bosch is geteeld en geoogst". Daardoor wist de koper dat deze hop écht uit de Meierij kwam.

Boze hopboeren

Schijndelse hopboeren kenden een bijzondere belasting: de 'hoptiende'. Hoe meer hopkuilen ze hadden, hoe meer ze betaalden. De Schijndelse boeren vonden de belasting te hoog. Vooral in 1678. Ze sloegen de man die de belasting kwam ophalen bont en blauw. De hoogschout van Den Bosch was kwaad. Hij stuurde soldaten naar Schijndel. Maar die waren niet welkom. De Schijndelse boeren waren razend! Ze gooiden expres hopkuilen dicht. Zo betaalden ze minder belasting.

Een hopwaag

Wilde je hop verhandelen? Dan moest de hop naar de hopmeter. Dat was een keurmeester. Hij controleerde of er goede hop verkocht werd. Daarvoor gebruikte hij een hopwaag. Dat was een grote houten weegschaal die aan een balk in een huis werd gehangen. Daar bracht je de zakken met hop naar toe. In de waag werd de zak gewogen, zodat de boer precies wist hoeveel hop er in de zak gestopt was.

De hopteelt verdwijnt

In 1730 vertelden de dorpsbesturen van Schijndel en Veghel nog dat er in hun dorpen veel hop was aangeplant. Maar de handelaren kochten steeds meer hop uit Luik en andere landen. De Meierijse hop bracht steeds minder op.