Ontstaan van het dorp Groenekan

Abraham Calkoen

Abraham Calkoen (1724-1796), een Amsterdamse lakenhandelaar, kocht in 1774 een groot gebied aan de Bisschopswetering. Hij was een telg uit een rijke regentenfamilie. Abraham trouwde twee maal. Eerst in 1752, met Agnes Catharina Bicker en in 1770 met de 28 jaar oude Theodora Lampsius uit Sluis in Zeeland.

In 1774, in het jaar dat ook zijn zoon Abraham geboren werd, kocht hij de buitens Voordaan en Beuk en Bosch en verhuisde naar Groenekan. Abraham Jr. ging studeren in Utrecht en werd op zijn 19e jaar Mr. in de Rechten. In de volgende jaren werden door vader en later door de zoon terreinen aangekocht zodat Voordaan in 1849 een 120 ha. groot landgoed werd. In 1796 werd de Oranje gezinde, Mr. Abraham jr., uit zijn ambt in Utrecht ontslagen, omdat hij niet achter het nieuwe Bataafse bestuur stond. Toen na de Franse tijd de Oranjes terugkeerden vanuit Engeland, mocht Mr. A. Calkoen zich in 1816 Jonkheer noemen als beloning voor zijn trouw. In 1828 krijgt hij de titel van baron.

Voordaan naar een projectontwikkelaar

Mr. Abraham Calkoen jr. overleed in 1849. Zijn vier kinderen besloten om Voordaan te verkopen. Arnoudina Carolina Loten van Doelen, getrouwd met Mr. Jacob Anne Grothe, kocht het landgoed voor f. 185.000.- Zij kocht ook het gebied "Schadeshoeve", van ouds bezit van de familie Loten, op een veiling aan en maakte daarmee Voordaan tot een aanzienlijk groter landgoed. Toen Mr. Jacob Grothe in 1899 overleed, erfde zijn zoon Willem Grothe het landgoed, samen met zijn zusters. Het oude huis Voordaan werd in 1900 door hem gesloopt en twee jaar later stond er het grote landhuis in Eclectische stijl, zoals wij het nu nog kennen. Willem overleed in 1919. Zijn weduwe Frederique C. J. van Hengst, familie van de eigenaars van Persijn (zie landgoederen), kocht het erfdeel van haar kinderen en verkocht alles aan een projectontwikkelaar uit Haarlem. In 42 kavels gesplitst, werd het terrein 4 jaar later geveild. De kavels met Bossen werden door houthandelaren gekocht en daardoor bleef slechts een klein deel van het parkbos over. Op de kavels ontwikkelde zich het villadorp Groenekan.

Oopjen Coppit

In 2015 werd ontdekt dat de vrouw op het dubbelportret van Rembrandt uit 1643, Oopjen Coppit vanaf 1647 op Voordaan woonde. Zij trouwde na overlijden van Maerten Soolmans (de man van het dubbelportret) met Martijn Daij, de toenmalige eigenaar van het landgoed.