Johanna van Buren

Dichteres in de moodersproake

Tijd van wereldoorlogen

Ik bidde oew, jonge volk van noew:
Hoaldt d'eigen sproake in eer'n,
Oew beste doon de-j Hollaands könt,
Mar… 't eigne neet verleer'n…

Johanna van Buren is in 1962 overleden, maar haar werk is nog altijd geliefd. Ze is bekend ver buiten Hellendoorn, waar zij op 20 december 1881 is geboren. Ze had geen gemakkelijke jeugd. Johanna's vader stierf toen ze nog maar 1 jaar was. Het vaderloze gezin ging bij de grootvader van moederskant inwonen. Na een ziekteperiode kwam Johanna als 16-jarige in dienst als leerling bij een naaister in Almelo. Op haar 19de kon ze zich als kostuumnaaister vestigen en nam zij zelf leerlingen aan. Het was een hard bestaan, met lange werkdagen en karige verdiensten. Gelukkig zorgde haar moeder voor het huishouden. Toen deze in 1919 stierf, kon Johanna aan de slag als telefoniste in het postkantoor.

"An oonzen oalen toren"

Johanna schreef al vanaf haar 16de gedichtjes in de streektaal ter gelegenheid van huwelijken en jubilea. Pas in 1926 publiceerde ze haar eerste gedicht, "An oonzen oalen toren", in het lokale Twentsch Volksblad. Het regionale Twentsch Zondagsblad vroeg haar om regelmatige bijdragen in het dialect. Al gauw schreef ze elke week een gedicht voor deze krant en bereikte daarmee een groot publiek. Ze bleef ook gelegenheidsgedichten schrijven. De mensen waardeerden haar werk omdat zij over de dagelijkse dingen van het leven gaan. Ook de natuur is vaak het onderwerp.

Populair zonder sterallures

Johanna was ingenomen met de waardering voor haar gedichten, maar sterallures waren haar vreemd. Zij liet zich meer dan eens relativerend uit over haar werk. Zo noemde zij haar gedichten "leedties".
Rond 1950 gaf zij aan dat het haar teveel werd om wekelijks een gedicht af te leveren. In november 1954 stond er een stukje in het Dagblad van het Oosten dat "mejuffrouw Johanna van Buren vanwege gezondheidstoestand, welke haar noopt meestal binnenshuis te vertoeven, zij zich niet in staat voelt frisse ideeën op te doen voor haar gedichten." Zij wilde zich richten op het "Heldern van vrogger".
Ook in haar proza kent men de dichtende Johanna terug, met haar ontroerende liefde voor alles wat leeft, voor haar geboortegrond en zijn werkzame bewoners. Ze bleef publiceren tot 1961. Hoe populair Johanna was, bleek bij de uitgebreide huldigingen ter gelegenheid van haar 70ste en 80ste verjaardag.

In gedachtenis

De nagedachtenis van Johanna van Buren wordt nog steeds in ere gehouden. De stichting Oald Heldern de Noaberschop beheert haar literaire nalatenschap en in dorpsmuseum De Valkhof is een permanente tentoonstelling te zien over haar. Verder is er een prijs naar haar vernoemd voor de persoon die zich bijzonder verdienstelijk maakt voor de streekcultuur in Oost-Nederland en de teksten van haar gedichten worden onder meer gebruikt door de Sallandse band Muppetstuff.
Haar prachtige standbeeld, onthuld op haar 100ste geboortedag, staat in de schaduw van haar geliefde oude kerktoren, die zij zo vaak heeft bezongen.