Molens

Watermolens en korenmolens

In het waterrijke gebied ten oosten van de Vecht werden in de 16e en 17e eeuw kleine en grote watermolens gebouwd om de waterstand in de polders te kunnen regelen. In Oud Zuilen staan nu nog twee molens aan de Nedereindse vaart. De oudste, de Westbroekse molen, werd in 1753 gebouwd ter vervanging van de oude molen die er in 1653 al stond. Deze molen bemaalde de polder Westbroek, die een oppervlakte had van 1250 hectare. Tot 1946 heeft hij dienst gedaan. Om de polder Buitenweg bij Oud Zuilen te ontwateren, werd in 1830 de "Buitenweg" gebouwd. Deze molen is een Wipwatermolen met een schutsluis ernaast. Elf kleine poldermolens stonden vroeger ten noorden van de Kerkdijk. Het waren door boeren zelf gebouwde molentjes, de Aanbrengertjes genoemd, om hun eigen landerijen zo nodig te bemalen.

Landbouw en veeteelt werden belangrijk in het uitgestrekte gebied, ontstaan na de ontginningen. Daarom zijn er in deze streek ook korenmolens gebouwd. Maartensdijk had zijn molen "De Hoop". De oorspronkelijke molen werd in 1770 tot een stellingmolen omgebouwd. Hij is tot 1932 in bedrijf is geweest. In 1968 is het restant aan de Molenweg opgeruimd. Twee korenmolens staan nu nog in de nieuwe gemeente De Bilt: in Westbroek is stellingmolen De Kraai recent gerestaureerd en ook van De Geesina in Groenekan, draaien de wieken weer in de wind sinds 2012.