De burcht van Rode

Het houten huis van de Heren van Rode

Tijd van monniken en ridders

De heer van Rode was een machtig man. Om zichzelf te beschermen, bouwde hij veilig achter grachten en een houten omheining een houten kasteel ofwel burcht. Vanuit de burcht van Rode kon de heer zijn land en zijn mensen, de Rodenaren, besturen. De hertog van Brabant liet de burcht afbreken. Hij bouwde een jachtslot, het Hertog Jaaghuis, op de plek van de burcht.

Een houten woontoren

In de middeleeuwen woonden machtige mensen in houten woontorens. Zo'n woontoren stond vaak op een heuvel of 'motte'. Om de heuvel lag een gracht en een omheining van houten palen. In gevaarlijke tijden konden de boeren uit de omgeving binnen die omheining bescherming vinden.

De burcht van Rode

In Sint-Oedenrode stond rond 1100 bij de Dommel zo'n houten woontoren met grachten en een omheining. Het werd de 'Burcht van Rode' genoemd. De burcht bestond uit een groot aantal houten gebouwen: stallen, voorraadschuren, een smidse en werkplaatsen. In een grote zaal ontving de burchtheer zijn gasten. Het belangrijkste gebouw binnen de grachten was van steen. Dat was de kerk van Sint-Oda.

De heren van Rode

Op de burcht woonde een machtige edelman, heer Arnold van Rode. Het was een echte vechtersbaas, voor niets of niemand bang. Hij werd zelfs 'tiran' genoemd. Dat is iemand die in z'n eentje op een strenge manier regeert. Heer Arnold was de baas in een heleboel dorpen, bijvoorbeeld in Rode, Erp, Schijndel, Veghel en Liempde. Hij mocht daar recht spreken over de inwoners. Ook had Arnold in Rode, Schijndel en Veghel boerderijen waar mensen voor hem werkten. Heer Arnold moest altijd op zijn hoede zijn voor vijanden. Rond 1125 werd hij vermoord.

Rijke bewoners

We weten hoe de burcht van heer Arnold er uitzag. Archeologen speurden namelijk in de bodem naar overblijfselen. Zo weten we dat de burcht van Rode in de loop van de tijd veranderde. Na de dood van Arnold van Rode kreeg de graaf van Gelre de macht in Rode. Hij brak de houten burcht af en bouwde brede grachten met een aarden wal. De 'Borchgrave'. Zo kon de burcht verdedigd worden. Er woonden toen rijke mensen op de burcht. Ze aten dure gerechten, zoals kraanvogel, edelhert, steur (=een vis) en noordkaper (=een soort walvis). Botten van deze dieren werden ook door archeologen gevonden in afvalputten.

Het Hertog Jaaghuis

In 1231 verkocht graaf Otto II van Gelre het landje Rode aan hertog Hendrik I van Brabant. De hertog van Brabant gebruikte de burcht van Rode niet meer. Hij liet een deel van de grachten dichtgooien. Op de plek van de burcht werd rond 1300 een nieuw huis gebouwd. Het was een soort kasteeltje en werd Hertog Jaaghuis genoemd. De hertog kon er verblijven als hij in Sint-Oedenrode kwam jagen. Het Hertog Jaaghuis heeft heel lang bestaan. In 1912 is het afgebroken. In 2006 vonden archeologen de kelder en oude muren van het gebouw. Daaronder troffen ze ook nog sporen aan van de houten burcht.