Mechanisering en schaalvergroting

Modernisering van de landbouw

Tijd van televisie en computers

De oude boer Jansen uit de buurtschap Stokkum had zo zijn bedenkingen toen zijn zoon begin jaren zestig van de vorige eeuw de paarden inruilde voor een trekker. Hij vond het maar niks dat de paarden, die vele generaties lang op deze boerderij naar genoegen het zware werk hadden verricht, nu plaats moesten maken voor die nieuwerwetse fratsen zoals een trekker. Toch kon hij het niet laten om die nieuwe trekker, bij de voortekenen van een flinke bui, maar gauw naar binnen te rijden. Eenmaal binnen riep hij steeds luider "huu, huu", maar anders dan het paard luisterde de trekker niet naar deze bevelen en denderde met veel kabaal tegen de tussenmuur van het woongedeelte.

Productieverhoging

De schrale zandgronden in de Hof van Twente boden eeuwenlang slechts een karig bestaan. Er werd overwegend graan verbouwd. De boeren kampten met een chronisch tekort aan mest en de opbrengsten waren laag. Van groot belang was de opkomst van de industrie en het ontstaan van exportmogelijkheden tegen het eind van de 19de eeuw, waardoor er steeds meer behoefte kwam aan vlees en zuivelproducten. De boeren breidden hun veestapel uit ten koste van de akkerbouw. Hierdoor steeg de mestproductie en daalde de behoefte aan plaggenbemesting, zodat de woeste gronden in cultuur gebracht konden worden. De introductie van de kunstmest rond 1900 zorgde voor een aanzienlijke productieverhoging binnen de landbouw.

Mechanisering en automatisering

Een belangrijke verandering betrof de mechanisering. Zo verving de dorsmachine het tijdrovende dorsen met de vlegel en de melkfabrieken het thuiskarnen. Een wel zeer explosieve groei kwam in de jaren vijftig van de vorige eeuw. De komst van de melkmachine was de start van de opeenvolgende productieverbeteringen in de landbouw. Ligboxenstallen rezen als paddenstoelen uit de grond. Met Europese subsidies werden de prijzen kunstmatig hoog gehouden en tariefmuren beschermden tegen invoer vanuit goedkope landen. Door de mechanisering en automatisering was er ook steeds minder personeel nodig. Steeds minder boerenkinderen vonden emplooi binnen de agrarische sector. Niet iedereen kon de kapitaalsintensieve automatiseringen bekostigen, waardoor het aantal bedrijven ongeveer met 75% daalde. Het werd stil op het platteland. En de mechanisering, automatisering en schaalvergroting zetten maar door. Het aantal boerderijen is inmiddels weer terug op het niveau van de Middeleeuwen. Veertig jaar na de komst van de melkmachine heeft de melkrobot het melken volledig overgenomen van de boer. Net als in de industrie heeft de arbeidsintensieve boerderij zich ontwikkeld tot een kapitaalsintensief bedrijf.

Grenzen aan de groei?

In de jaren tachtig van de 20ste eeuw was het plafond van de afzetmogelijkheden bereikt. Grote melkplassen en boterbergen noodzaakten de politiek om melkquota per bedrijf vast te stellen. Een ander probleem was de hoeveelheid mest die de uitdijende veestapel produceerde en die het milieu zwaar belastte. Dus werden er ook mestquota per bedrijf vastgesteld. Ook maatschappelijk kwam er steeds meer discussie over de wenselijkheid van verdere schaalvergroting binnen de intensieve veehouderij.
Al met al is het beeld van het platteland in vijftig jaar ingrijpend veranderd. De wagens met hoog opgestapeld hooi zijn verdwenen. Er kwamen buitengewoon handige machines om het gras te maaien, te schudden en te transporteren, rode en groene lawaaimakers en overal naast de boerderijen verschenen zwartplastic kuilbulten. In een dag is het hooi voor het hele seizoen binnen; vroeger deed het hele gezin daar weken over. Er werd dan "gevesperd" op het land; nu staat er wat bier klaar voor de loonwerker, slok, slok en verder gaat het weer.