Lodewijkskerkje

Gelijke rechten voor katholieken en protestanten

Tijd van pruiken en revoluties

Waarom kreeg een kerkje de naam van een koning? In 1806 werd Lodewijk Napoleon koning van Holland. Hij vond dat alle godsdiensten gelijk waren. De katholieken in Erp, Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel moesten hun oude kerken terugkrijgen. Lodewijk Napoleon gaf de protestanten geld om nieuwe kerkjes te bouwen. Daarom kregen ze zijn naam: Lodewijkskerkjes. In Schijndel staat er een.

Napoleon en Lodewijk Napoleon

Sinds 1794 waren de Fransen de baas in Erp, Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel. Met hun steun kwam er een regering in Nederland die het ideaal van vrijheid, gelijkheid en broederschap in de praktijk wilde brengen. In 1799 greep een klein mannetje de macht in Frankrijk. Zijn naam was Napoleon Bonaparte (1760-1821). Napoleon voerde oorlog in heel Europa. In 1804 werd hij keizer. Hij benoemde zijn broer Lodewijk Napoleon in 1806 tot koning van Holland.

Nieuwe wetten en regels

Napoleon veranderde veel in Europa. Alle landen in zijn keizerrijk kregen nieuwe wetten en regels waaraan alle mensen zich moesten houden. Iedereen werd gelijk voor de wet. De wetten stonden in een speciaal boek: de Code Napoléon. Ook Lodewijk Napoleon vond gelijkheid belangrijk.

Gelijke rechten

Sinds de Vrede van Münster was de protestantse godsdienst de staatsgodsdienst (= officiële godsdienst) van de Republiek. De katholieken moesten hun kerken aan de protestanten geven. In 1794-1795 veroverde Frankrijk de Republiek. De Franse regering bepaalde dat er godsdienstvrijheid kwam. De kerken moesten terug naar de katholieken. Tenminste, als ze in een dorp in de meerderheid waren. Dat was goed nieuws voor de katholieke inwoners van de Meierij. In Erp kregen de katholieken hun kerk al in 1800 terug! Op andere plaatsen ging dat moeizamer. Lodewijk Napoleon vond dat oneerlijk. Daarom verklaarde hij in 1808 nog eens uitdrukkelijk dat alle godsdiensten gelijk waren. Hij wilde dat de protestanten de kerken teruggaven aan de katholieken.

Lodewijkskerkjes

De protestanten wilden de kerken niet zomaar teruggeven. Zonder kerk konden ze geen kerkdienst houden. Lodewijk Napoleon steunde hen met geld. Zo konden ze nieuwe kerkjes laten bouwen. Die werden Lodewijkskerkjes genoemd, omdat ze met hulp van de koning gebouwd werden. Op die manier waren de katholieken én de protestanten tevreden.

Het Schijndelse kerkje

Schijndel kreeg al snel een eigen Lodewijkskerkje. Toen de katholieken de Sint-Servatiuskerk terugkregen, was er geen predikant (=protestantse priester) in Schijndel. De protestantse Schijndelaren boden weinig verzet. In 1808 kregen ze toestemming voor de bouw van het kerkje. Dat was in 1811 klaar. Rond het kerkje lag een protestants kerkhof, dat in 1995 werd geruimd.