Aletta Jacobs VO

  1. Aletta naar de universiteit

    Aletta Jacobs wordt op 20 april 1871 toegelaten tot de universiteit van Groningen. Ze is de allereerste vrouw die in Nederland officieel naar de universiteit mag!

    Niet iedereen is het ermee eens dat er een vrouw mag studeren. Aletta krijgt boze brieven. En in de kranten verschijnen nare stukjes over haar. Maar niemand kan Aletta afhouden van haar droom om dokter te worden. Ze studeert hard en haalt goede cijfers. Zeven jaar later studeert ze af. Aletta is dan de eerste vrouwelijke dokter van Nederland. Steeds meer meisjes volgen Aletta's voorbeeld en gaan studeren.
    Tegenwoordig is bijna de helft van alle huisartsen een vrouw. Dat is allemaal dankzij Aletta!

  2. Dokter Aletta

    Als Aletta haar diploma heeft gehaald, gaat ze in Amsterdam wonen en werken. Aletta is de eerste vrouwelijke dokter in Nederland. In de wijk waar Aletta dokter is, wonen veel arme arbeidersgezinnen. Die hebben geen geld om de dokter te betalen. Daarom houdt zij op dinsdag en donderdag een gratis spreekuur.

    Het eerste voorbehoedsmiddel en voorlichting

    In de Amsterdamse Jordaan verleende Aletta Jacobs gratis consulten aan arme vrouwen. Veertien jaar lang, iedere week twee keer. Ze zag in de praktijk hoezeer opeenvolgende zwangerschappen een lichaam konden uitputten. Had God het zo bedoeld, zoals de gelovige conservatieven zeiden? Dat dacht ze niet.
    Dankzij haar voortgaande wetenschappelijke studies onderzocht ze een voorbehoedsmiddel - het pessarium - dat via de Duitse arts Mensinga in haar bezit kwam. Ook werd zij lid van de Nieuw-Malthusiaanse Bond, die voor geboorteperking was. Dit leverde haar veel kritiek op.

    'Wat al schijnheiligheid heb ik in die dagen leren kennen! En nu denk ik o.a. aan predikanten, die openlijk tegen de voorbehoedmiddelen waarschuwden, doch hunne vrouwen naar mijn spreekuur zonden voor het inwinnen van advies. Medici kwamen mij opzoeken met het doel om te vernemen hoe de door mij aangeprezen middelen moesten worden toegepast, maar terzelfder tijd schaarden zij zich in het openbaar aan de zijde mijner tegenstanders'.

  3. Boycot winkels zonder zitgelegenheid

    Aletta ziet dat veel vrouwen zwaar werk moeten doen. Winkelmeisjes moesten bijvoorbeeld wel 11 uur lang achter de toonbank staan. Aletta Jacobs besloot aandacht te vragen voor deze zaak.

    In januari 1894 publiceerde ze een oproep aan de vrouwen in Nederland om in winkels zitgelegenheid voor de winkeljuffrouw te verlangen. Als die eis niet werd ingewilligd, moest men als klant de betreffende winkel voortaan mijden. Een nationale discussie barstte los.
    Medici verklaarden zich tegen Jacobs en haar idee, maar er ontstonden ook vrouwencomité's die er juist voor waren. De bladen en kranten stonden bol van de artikelen.
    Uiteindelijk kwam er in 1903 een wet waarin zitgelegenheid voor de winkelbediende verplicht werd gesteld.